Project in beeld
Ondertussen in ...
Wat doet de redactie?
‘We passen ons aan’
Als vakblad met een focus op tijdloze achtergrondverhalen zit Blauwe Kamer niet bovenop het nieuws. In de redactievergadering hebben we dan ook besloten om in het papieren nummer van juni niet stil te staan bij de mogelijke gevolgen van de bizarre crisissituatie waarin we verkeren. Want wat betekent de coronacrisis voor het vakgebied? Vraagt de anderhalvemetersamenleving echt om andere vormen van stedenbouw en landschapsarchitectuur? Vragen die volgens ons pas op termijn beantwoord kunnen worden.
Dit betekent niet dat we discussie die hierover langzaam op gang komt niet nauwlettend volgen. Inspelend op het ruimtegebrek dat ontstaat als iedereen 1,5 meter afstand moet houden zinspelen Europese steden op het autovrij maken van hun centra. De binnenstad van Brussel wordt een woonerf, Parijs denkt aan een fijnmazig fietsnetwerk. In De Architect opperde architect en stedenbouwkundige Jeroen de Willigen dat door deze crisis het virtuele domein misschien wel de primaire publieke ruimte wordt.
Tegengeluiden zijn er ook al. Zo liet stedenbouwkundige Wouter Veldhuis op Twitter weten dat hij zoals altijd aan de stad van de toekomst blijft ontwerpen. En daarin zijn we volgens hem ‘nog steeds sociale wezens die het best gedijen in de nabijheid van anderen’.
Op regionale schaal kan de coronacrisis volgens sommigen tot een herindeling van Nederland leiden. De finale doorbraak van het thuiswerken leidt een revival van het platteland in – het virus maakt immers alles wat de stad aantrekkelijk maakt onmogelijk.
Het is voer voor een mogelijke coverstory in ons septembernummer. Al sluit ik niet helemaal uit dat de coronastorm dan – en dit is vast valse hoop – geluwd is.
Om niet helemaal voorbij te gaan aan wat wereldleiders ‘de grootste uitdaging sinds de Tweede Wereldoorlog’ noemen in dit e-zine een gesprek met de voorzitters van de beroepsverenigingen over wat corona doet met het werkveld. En voor het thuisblijven stelde de redactie een lees- en luisterlijstje samen – als tegenwicht tegen Op1, Netflix en de legpuzzels van Van Haasteren.
Mark Hendriks, hoofdredacteur
Foto's Arjen Veldt
Dat Harderwijk ooit een vestingstadje aan de Zuiderzee was, waren velen aan het begin van deze eeuw vergeten. Het gebied tussen het water van het IJsselmeer en de historische binnenstad werd gedomineerd door een industrieterrein en het Dolfinarium. In 2001 ontstond het plan om het gebied – waarin ook nog eens een enorm parkeerterrein lag – een metamorfose te geven.
Op basis van het masterplan van het Amsterdamse bureau Common Affairs (voortgekomen uit Soeters Van Eldonk architecten), verandert het industrieterrein in een woonwijk met veel ruimte voor winkelen, horeca en watergebonden recreatie. De 1400 nieuwe woningen – van kleinschalige panden tot gebouwen in de stijl van oude pakhuizen – komen op speciaal aangelegde eilanden en schiereilanden, en langs kades en grachten. Rondom de huizen is het water alom aanwezig: in de vorm van waterlopen, havens en een waterpark. Blikvanger is een woontoren in de vorm van een vuurtoren, op de uiterste punt van een van de eilanden.
Een gebogen boulevard verbindt de oude stad, het nieuwe aangelegde Strandeiland (een ontwerp door de landschapsarchitecten van Lodewijk Baljon), het Dolfinarium en de verschillende wooneilanden. Op het schiereiland waarop het Dolfinarium ligt wordt eveneens bebouwing toegevoegd, zoals een bioscoop en mogelijk een theater.
Project herontwikkeling waterfront – woningbouw, detailhandel, recreatie
Locatie Harderwijk
Ontwerper Common Affairs (voorheen Soeters Van Eldonk architecten)
Opdrachtgever gemeente Harderwijk
Ontwerp en realisatie vanaf 2001
VAN DE BNSP
Kom je als bureau of zelfstandige in problemen door de coronacrisis? Heb je advies nodig over de wettelijke mogelijkheden om ondersteuning aan te vragen of over wat je kan en niet kan in jouw werkomstandigheden? De BNSP ondersteunt de leden in deze coronatijd, onder meer via onze speciale coronapagina op de website.
Sinds het uitbreken van de coronapandemie heeft het begrip ‘het nieuwe werken’ een heel nieuwe lading gekregen. Hoe vindt jouw werk doorgang en hoe maak je nu als team een ontwerp? Vrees je voor je voortbestaan of zie je juist nieuwe kansen? Hoe pas je participatie toe? Hapert het systeem of valt het juist wel mee dankzij de massale ontdekking van Skype, Teams en andere visuele media? Heb jij een mening, idee of een bericht dat je wilt delen? Mail je bijdrage, liefst met foto. Wij plaatsen het op onze website en delen het via onze socialemediakanalen.
VAN DE NVTL
NVTL neemt het initiatief voor het oprichten van een nationaal platform voor ontwerpend onderzoek voor de transitie van Nederland. Het is de hoogste tijd om als vakgemeenschap van ruimtelijk ontwerpers de krachten te bundelen en samen een aanbod te doen aan de (rijks)overheid voor het instellen van een dergelijk platform. Het NVTL-bestuur benadert zusterverenigingen in het ruimtelijk ontwerp met als doel een coalitie te smeden. Meld je aan bij het bureau als je meer wilt weten en bij wilt dragen dit initiatief.
De reizende NVTL tentoonstelling Groen Erfgoed is nu digitaal te bezoeken. De tentoonstelling werd gepresenteerd gepresenteerd tijdens het vakdebat Buitenruimte van betekenis op 30 oktober. Het vakdebat en de (digitale) tentoonstelling kwamen mede tot stand in samenwerking met de Faculteit Bouwkunde TU Delft, het College van Rijksadviseurs, tijdschrift Tuin & Landschap en grafisch ontwerper Harco van den Hurk.
In mei stond de algemene ledenvergadering van de NVTL gepland. Op dit moment bekijken we de mogelijkheden voor een online ALV. De spoedwet die hiervoor nodig is, is onlangs door de Eerste Kamer aangenomen. De Nederlandse Associatie (DNA) is een van de betrokken partijen bij de ontwikkeling van de spoedwet. Hier lees je er meer over. Blijf via onze website op de hoogte van de planning voor de ALV.
Project Zoniënwoud
Ontwerpers DELVA Landscape Architecture Urbanism; Plusoffice Architects; Proflow
Opdrachtgever Horizon+ (provincie Vlaams-Brabant; Vlaamse overheid; Natuurinvest; Regionaal Landschap Dijleland; Regionaal Landschap Pajottenland en Zennevallei; gemeenten Overijse, Hoeilaart, Sint-Genesius-Rode en Tervuren)
Oppervlakte 85 km2
Ontwerp 2019
Het landschap ten zuidoosten van Brussel, ooit het jachtgebied van de gegoede burgerij, ligt er aangetast bij. Intensieve bos- en landbouw hebben hun sporen nagelaten, het uitgestrekte Zoniënwoud wordt doorsneden door bebouwingslinten en suburbane dorpen.
Om het landschap te herstellen hebben de bureaus Delva, Plusoffice en Proflow een masterplan gemaakt. Zo moet het oorspronkelijke bekensysteem worden teruggebracht en het Zoniënwoud weer verbinden met het nabijgelegen Hallerbos en Meerdaalwoud. Dit watersysteem vergroot niet alleen de migratiemogelijkheden voor plant- en diersoorten, maar draagt ook bij aan het tegengaan van droogte en de opvang van piekbuien. Naast oog voor ecologische processen, doen de ontwerpers ook voorstellen voor de vernieuwing van de omliggende dorpen. Die kunnen – mede vanwege hun ov-verbindingen met de Brusselse metropool – uitgroeien tot recreatieve startpunten. Bovendien moet nieuwbouw mogelijk blijven, niet alleen om dorpen vitaal te houden, maar ook om landschapsstructuren te versterken. Bijvoorbeeld door natuurvriendelijk wonen in de bossen en de aanleg van groene tuinen en binnenhoven aan de randen.
U had het zich vast nog niet afgevraagd, maar wat lezen en luisteren de redacteuren van BK zoal in deze verwarrende coronatijden? En wat kunnen ze de Blauwe Kamerlezer aanraden? Een lees- en luisterlijstje als het broodnodige tegenwicht tegen Op1, Netflix en de legpuzzels van Van Haasteren.
NEDERLAND VAN BOVEN
Hoe komt Nederland aan zijn landschappen? U weet dat natuurlijk wel, maar in een mooi verteld verhaal kunt u dat nog eens nalezen in De Correspondent: Hoe Nederland het schaakbord werd dat je van boven ziet. U kunt het verhaal er ook beluisteren, maar scrol dan wel even langs de fascinerende kaartbeelden.
INSPIRATIEBOEK VOOR DE HOMO LUDENS
Actueler kan het bijna niet: hoe krijg je de kinderen de straat op om te spelen? De gemeente Amsterdam liet er een inspiratieboek over maken (Spelen in de stad / Playing in the City). Zie door de ogen van kinderen hun favoriete speelplekken en verdiep je in de talloze referentieprojecten uit binnen- en buitenland. Het boek is gratis te downloaden, maar ik zou bijna zeggen: bespaar je de moeite en wacht tot het (waarschijnlijk binnenkort) in een papieren versie verschijnt. Niet alleen omdat een ‘inspiratieboek’ over je bureau hoort te zwerven – de makers is het bovendien gelukt de meerwaarde van het papier uitstekend uit te buiten. Door het intelligente ontwerp van de kaft bijvoorbeeld, dient die als navigatie binnen en tussen de referentieprojecten. Kom daar maar eens om met een pdf!
DROMEN VAN BRUSSEL
Voor op het nachtkastje: Brutopia – De dromen van Brussel van Pascal Verbeken (€ 22,99), een stadsportret aan de hand van stedenbouwkundige experimenten, utopieën en andere dromen voor Brussel. Pascal Verbeken legt zo de hedendaagse ziel van deze mysterieuze stad bloot.
WIE WILLEN WE ZIJN?
Hoe wij willen dat Nederland er in de toekomst uitziet? Een grote vraag in een tijd waarin de wereld kleiner lijkt dan ooit. Rijksbouwmeester Floris Alkemade stelt hem ze in zijn jongste essay De toekomst van Nederland – De kunst van richting te veranderen (€ 16,95).
Dat doet Alkemade op uiterst toegankelijke wijze in een losse en persoonlijke stijl die het essay uittilt boven een vakinhoudelijk traktaat. Alkemade is een optimist: ‘Nederland is een werkwoord waarbij de onvoltooid verleden tijd tegelijkertijd ook de toekomende tijd is.’
LUISTER NAAR DE STAD
De podcast How sound can be designed to reduce harm and even improve wellbeing gaat over geluiden in de stad. Hoe klinkt de stad en wat doet dat met onze gezondheid? En hoe krijg je daar als ontwerper greep op? Een uitgelezen onderwerp voor deze tijd waarin het in de stad wel voortdurend lijkt te klinken als op een vroege zondagochtend.
HERLEES EEN KLASSIEKER
In 1972 schreef de Italiaanse schrijver Italo Calvino De onzichtbare steden (€ 12,50). Het is een reisverslag van Marco Polo die in de dertiende eeuw door exotische gebieden als Perzië en India reisde. Calvino’s treffende beschrijvingen wekken diverse steden tot leven, maar steeds meer blijken het verzonnen steden zijn, of eigenlijk allemaal variaties op Polo’s geliefde Venetië. Reizen in je hoofd.
STEDENTRIP PER PODCAST
Om een stad te bezoeken zonder te reizen, hoef je alleen maar de podcast Citybooks van Vlaams-Nederlands Huis deBuren te beluisteren. In elk Citybook vertelt een schrijver in een halfuurtje een kort verhaal, gedicht of essay over een stad, van Lissabon tot Azerbeidzjan, van Sheffield tot Antwerpen. Met bijdragen van Niña Weijers, Cees Nooteboom en nog veel meer schrijvers.
SPANNEND PLAATJESBOEK
Voor wie toe is aan wat verstrooiing, lees Blake en Mortimer – Vallei der Onsterfelijken (€ 9,95) – deel 25 en 26 van de Belgische strip (sinds 1946) over de vrienden professor Philip Mortimer en de Britse spion Francis Blake. Het is natuurlijk fijn om met de kinderen op schoot het spannende verhaal voor te lezen, maar met prachtige beelden van Hongkong in de jaren vijftig is het zeker een must (en lust) voor iedereen die iets met steden en architectuur en landschap heeft.
LEVEN IN OOSTENRIJK
Tot slot een persoonlijke favoriet, de korte roman Een heel leven (€ 15,–) van de Oostenrijkse schrijver Robert Seethaler. Het is het levensverhaal van Andreas Egger, die rond de vorige eeuwwisseling wordt geboren en opgroeit in de Oostenrijkse bergen. Zijn gewone leven speelt zich af tegen het decor van het twintigste-eeuwse Oostenrijk. Een rurale, lokale samenleving die zich opent met de komst van kabelbanen en toerisme, geraakt wordt door de Tweede Wereldoorlog en later buigt naar het massatoerisme. Je leest het in een zondagmiddag – het kost je minder tijd dan een Nexflix-serie, en het verhaal blijft nog dagenlang bij je.
Wat doet de coronacrisis met de stedenbouw en de landschapsarchitectuur? We vroegen het de voorzitters van de beroepsverenigingen Ben Kuipers (NVTL) en Stefan Bodecker (BNSP).
De coronacrisis laat flinke sporen na. Wat zijn de berichten uit het werkveld?
Kuipers: ‘Uit een belrondje blijkt dat bureaus het nu nog erg druk hebben. Dat heeft deels te maken met de omslag naar digitaal werken en online vergaderen. Onze indruk is dat dit verrassend goed gaat, al zijn werksessies en participatiebijeenkomsten uitgesteld.’
Bodecker: ‘Het is bijzonder om te zien hoe iedereen zich razendsnel aanpast. Wel ben ik benieuwd hoe lang we het thuiswerken nog volhouden. Op mijn bureau denken we al na over hoe we op de werkvloer afstand kunnen houden.’
Is er al iets zinnigs te zeggen over de gevolgen op de lange termijn?
Bodecker: ‘Iedereen houdt de adem in – de gevolgen van de vorige crisis liggen nog vers in het geheugen. Als BNSP roepen we bureaus op om nu al samen te werken, om het collectieve belang van de sector voorop te stellen. Bijvoorbeeld door medewerkers van bureaus die in zwaar weer verkeren, onder te brengen bij bureaus die nog genoeg werk hebben. En door kennis uit te wisselen over hoe we onder deze omstandigheden ons vak zo goed mogelijk kunnen uitoefenen.’
Kuipers: ‘Samenwerking is nu inderdaad van groot belang. Zoals het delen van positieve ervaringen met online participatietrajecten. Veel bureaus hebben genoeg vet op de botten. Maar ze beseffen dat dit niet langer dan een halfjaar moet duren.’
Bodecker: ‘Ik hoop in ieder geval dat we geleerd hebben van de vorige crisis.’
Ben Kuipers
Foto Thijs ter Hart
Stefan Bodecker
Foto Geert van der Wijk
Wat bedoelt u daarmee?
Bodecker: ‘Dat we de opgaven waarvoor we staan in het vizier houden. Dat overheden en andere opdrachtgevers niet zoals toen bezuinigen op ontwerp en ruimtelijke kwaliteit.’
Kuipers: ‘Sterker nog, we kunnen het ons niet permitteren om op ontwerp te bezuinigen. Het is geen luxeproduct, zeker nu de coronacrisis laat zien hoe belangrijk een gezonde en duurzame leefomgeving is.’
Toch is de kans groot dat ruimtelijke vraagstukken ondergesneeuwd raken omdat de economie gered moet worden en er meer geld nodig is voor onderwijs en gezondheidszorg.
Kuipers: ‘Daarom moeten we als vakgemeenschap laten zien wat we waard zijn. Toevallig zijn we bezig met de oprichting van een nationaal platform waar de grote transities van deze tijd in samenhang bekeken worden. Het idee is dat ontwerp- en verbeeldingskracht een leidende rol krijgt.’
Bodecker: ‘Dit is in lijn met het advies dat de rijksadviseurs en de Raad voor Cultuur in maart nog aan het kabinet stuurden. Hun boodschap was: met de inzet van ontwerpkracht vinden we betere oplossingen voor de grote opgaven.’
Nog geen abonnee, maar wel benieuwd naar de volgende editie?
Kijk hier voor onze abonnementen en aanbiedingen.
Mocht u als Blauwe Kamerabonnee het e-zine niet in uw e-mail ontvangen
dan beschikken wij mogelijk niet over uw juiste e-mailadres.
U kunt uw e-mailadres hier
doorgeven.