Onlangs was ik bij het graf van mijn vader op de begraafplaats aan de Bredaseweg in Tilburg. Het is een toonbeeld van de klassieke laatste rustplaats: gietijzeren hekken als entree en hoge muren met op de hoeken heiligenbeelden. Op het terrein zelf leiden klinkerpaden de bezoekers langs buxushagen, oude tombes en grote stenen zerken. Van de stad rondom is weinig te merken. Ergens is dat fijn, want de stilte geeft ruimte aan verdriet, overpeinzing en verwerking. Tegelijkertijd maakt het de plek kil en afstandelijk. Als ik vertrek vraag ik me af of de begraafplaats aan betekenis zou winnen als het een toegankelijk park zou zijn, met grote boomgroepen en gazons, en fiets- en looproutes voor de scholieren van het naastgelegen lyceum.
De vraag of begraafplaatsen geschikt zijn voor ander gebruik, wordt in dit speciale e-zine vaker gesteld. Zo spraken we met landschapsarchitect Dirco Kok die onderzoek deed naar alternatieve gebruiksmogelijkheden van begraafplaatsen. We nemen een kijkje in Australië waar de ontwerpers van Other Architects aan een plan werken om begraafplaatsen rondom steden in te zetten voor landschapsbescherming en natuurontwikkeling.
Waar begraafplaatsen hier nog vooral enclaves in de stad zijn, zijn ze in andere landen onderdeel van het publieke leven. Dat merk ik als ik op vakantie met enige regelmaat begraafplaatsen bezoek. Dan blijken mijn vriendin en ik lang niet de enige bezoekers. In steden als Boedapest en Praag gebruiken gezinnen de enorme begraafparken als plek voor verpozing, terwijl hardlopers langs grafstenen snellen en ouden van dagen er een praatje maken. We kennen allemaal de beelden uit Latijns-Amerika waar mensen picknicken tussen de graven van hun geliefden. Dat dit niet langer voorbehouden is aan zuidelijke culturen, blijkt uit het beeldverhaal in dit nummer: op de begraafplaats Assistens in Kopenhagen luieren zomers de tieners argeloos tussen de grafstenen. Of dit wenselijk is, valt te betwisten. Maar dat deze jongeren onze sterfelijkheid niet uit de weg gaan, is te prijzen.
Mark Hendriks, hoofdredacteur
Foto's: Jordi Surroca (Barcelona), Jeroen Musch (Amsterdam), Phil Kline (New York)
De manier waarop wereldwijd begraafplaatsen worden ingericht verschilt nogal. De funeraire cultuur in Noord-Europa is bijvoorbeeld anders dan in het zuiden of in Latijns-Amerika. Dat is te zien in ontwerpstijl en materiaalgebruik – landschappelijk of stenig. Maar vooral in de mate waarop begraafplaatsen onderdeel zijn van het publieke leven, of waarin ze gecombineerd worden met andere functies. In dit beeldverhaal nemen we je mee langs rustplaatsen in het Italiaanse Modena, Barcelona, Saõ Paulo, Kopenhagen, New York, Caïro en Amsterdam.
De monumentale begraafplaats Begoña in de Baskische stad Bilbao heeft zijn functie verloren. Na de opgraving van de resten van maar liefst 4700 personen – waaronder resten uit het massagraf met slachtoffers van de Spaanse burgeroorlog – besloot het stadsbestuur het terrein om te toveren tot stadstuin. Het Nederlandse landschapsarchitectenbureau Lola kreeg de opdracht om deze transformatie vorm te geven. Het ontwerp bestaat uit een centrale bloemenweide waar de oude zerken en graftempels een nieuwe plek kregen. Rondom ligt een botanische galerij, een omloop van gravel die over trappen en langs bomen en hagen gaat. Op de grens van deze twee zones staat een tempelachtige sculptuur van traliewerk. Het entreegebied aan de oostzijde doet dienst als een herinneringsplek voor de slachtoffers van de burgeroorlog. Het bestratingspatroon is gebaseerd op hun DNA.
Project herinrichting begraafplaats tot stadstuin
Locatie Bilbao, Spanje
Ontwerper Lola Landscape Architects
I.s.m IWA Studio
Opdrachtgevers gemeente Bilbao
Omvang 0,6 ha
Ontwerp 2023
Realisatie 2023-2025
VAN DE NVTL
Op 14 maart is de eerste bijeenkomst over het jaarthema Vormgeven aan het symbiotische landschap. Het thema is Verwondering en gaat over de vraag wat we kunnen leren van de cellulaire opbouw van de natuur voor het ontwerp van stad en landschappen. Met als gasten Paul Roncken en Lydia Fraaije, die alles weet over biomimicry.
VAN DE BNSP
De eerste bijeenkomst in de debatreeks over de stand van de stedenbouw is op 3 april in het stadskantoor in Utrecht. Marco Broekman, Paco Bunnik en Henk Hartzema gaan met wethouders en ontwikkelaars in discussie over grootschalige gebiedstransformaties, de condities en instrumenten voor een goed stedenbouwkundig plan en de rol van de stedenbouwkundige. En hoe gaan we om met de vele factoren die de planvorming beïnvloeden?
VAN BLAUWE KAMER
Het kan weer: inzenden voor het Jaarboek. Dus, ben jij ontwerper of opdrachtgever en wil je dat jouw project in het nieuwe jaarboek komt. Stuur dan je beste plannen, projecten of studies in voor de editie van 2024. Net als altijd kiest een onafhankelijke commissie de meest voorbeeldige projecten uit de stedenbouw en landschapsarchitectuur.
Dit jaar bestaat de commissie uit voorzitter Yttje Feddes, stedenbouwkundige Endry van Velzen, landschapsarchitect David Kloet, projectontwikkelaar Eva Hekkenberg en stedenbouwkundige Anne Loes Nillesen.
Column door Violette Schönberger
Begraafplaatsen in binnensteden, wat heb je eraan? Het zijn ruimtevreters, met een ongunstige exploitatie en een extreem lage gebruiksintensiteit. Zoiets past niet in de ambities van verdichting en groei. Bovendien is het niet gezellig, de dood in de buurt. In de loop van de geschiedenis hebben begraafplaatsen dan ook vaak het veld moeten ruimen. Alleen in historische dorpskernen hebben kerkhoven de tand des tijds doorstaan. Je kunt er tot op de dag van vandaag een biertje drinken op het plein met uitzicht op je overleden dorpsgenoten. Dood én leven verenigd in het hart van de gemeenschap.
Toch beginnen ook sommige steden hun doden langzaam maar zeker te omarmen. Begraafplaatsen worden opengesteld voor een groter publiek en het grasveld met graven wordt verrijkt met weelderige plantensoorten. Het levert nieuwe groene verblijfsplekken op, niet bedoeld om te picknicken, frisbeeën of zonnebaden, maar om te mediteren, herdenken en tot rust te komen. Misschien zijn dit soort contemplatieve plekken wel precies waar de hedendaagse, voortrazende stad behoefte aan heeft.
Maar ook deze begraafparken nemen veel ruimte in. In steden waar de grond schaars is, worden dood en leven dan ook op geheel nieuwe wijze bij elkaar gebracht: de hoogbouwbegraafplaats, een soort verticaal begraafpark. Je kunt er dwalen langs de graven en op de verdiepingen zijn openbare rustplekken en kapelletjes om over de stad uit te kijken. De bekendsten staan in Tel Aviv, Santos en Mumbai. Ze hebben helaas nog niet tot architectonische hoogstandjes geleid, maar dat kan nog komen. Want het idee heeft een grote poëtische kracht: wordt een stad niet net zo goed bewoond door de levenden als door de doden? Hoe zou het zijn om van ver te kunnen aanwijzen: ‘Daar in die toren, ligt mijn moeder begraven.’
Deze tekst is een bewerking van een column die Violette Schönberger eerder publiceerde op fromscratch.work
Project ontwerpstudie naar nieuwe vormen van begraven
Locatie onder andere Melbourne, Bendoc, Sydney, Australië
Ontwerpers Other Architects
Opdrachtgever eigen initiatief
Periode van ontwerp 2019-2021
Door ruimtegebrek en hoge grondkosten kiezen veel Australiërs voor crematie. Maar cremeren kost veel energie en bij elke crematie komt ruim 50 kilogram CO2 vrij. Daarom pleiten de ontwerpers van Other Architects uit Sydney ervoor om het begraafritueel nieuw leven in te blazen. Dat vergt volgens hen wel een omslag in het denken. Ze willen af van de traditionele manier met houten doodskisten en grafstenen op geplaveide en aangeharkte begraafplaatsen. In plaats daarvan stellen ze nieuwe groengordels rond steden en dorpen voor. Daar wordt natuurbegraven gecombineerd met natuur- en landschapsontwikkeling. Het idee achter deze burial belts – voor het stadsdeel Camden in Sydney maakten de ontwerpers een proefontwerp – is even simpel als doelmatig. Door de nu nog lege gronden in de stadsranden te bestemmen tot grafbossen, zullen ze tot in de eeuwigheid gevrijwaard blijven van bebouwing. Als meerdere van die bossen aan elkaar groeien, ontstaat een buffer die de landbouwgronden en natuurgebieden aan de andere zijde beschermt tegen de oprukkende stad. Binnen deze ‘begraafgordels’ zijn verschillende typologieën denkbaar, zoals graven op open plekken of grafringen aan de rand. Inmiddels zijn de ontwerpers pilotprojecten gestart in Melbourne en Bendoc.
Voor zijn afstudeeronderzoek aan Wageningen University keek landschapsarchitect Dirco Kok naar nieuwe gebruiksmogelijkheden voor begraafplaatsen.
Je bestudeerde diverse begraafplaatsen in Noord-Amerika en Scandinavië. Wat bleek daaruit?
‘Daar gaan mensen progressiever om met begraafplaatsen. Ze zijn toegankelijk en fungeren als stadsparken. In Brooklyn bijvoorbeeld is de begraafplaats een van de weinige groene ruimtes, en dus automatisch een plek voor ontspanning en recreatie. ‘De randen van zulke begraafplaatsen zijn open, dus zonder muren of donkere hagen. Ook de beplanting valt op. In Nederland zie je vooral treurwilgen of zware cipressen, terwijl een variëteit aan stadsbomen of lanen het karakter een stuk vriendelijker maakt. Dat geldt ook voor het beheer. In plaats van alles netjes te maaien, is het interessant om bloemen- en insectenweides een kans te geven. Een voornaam kenmerk is de hiërarchie in paden en ruimtes. Collectieve plekken zijn geschikt voor stedelijk gebruik, zoals picknicken, sporten of evenementen. Een secundair netwerk van paden en beschutte plekken is voorbehouden aan rouw en overpeinzing.’
Je hebt deze principes toegepast in een ontwerp voor een oude begraafplaats in Maastricht. ‘Ja, ook zo’n gesloten bastion. Ik wil dat doorbreken door nieuwe routes door en langs de begraafplaats te leggen. En door het terrein om te vormen tot een Limburgs heuvellandbos, met eiken, beuken en kalkrijke bloemenweides. Ook voeg ik nieuwe identiteiten toe, zoals kersenboomgaarden waar mensen begraven kunnen worden.’
Hoe voorkom je dat stedelijk gebruik op gespannen voet komt te staan met de rust die nabestaanden nodig hebben?
‘Door fysieke drempels in te bouwen en ruimtes voor rouw met bijvoorbeeld water of heggen af te zonderen. Bovendien is het zaak om activiteiten zorgvuldig te cureren. Wat past wel en wat past niet? Soms kan een openluchtcinema wel, soms niet.’
Het Twentse landgoed Christinalust is sinds 2022 in gebruik als natuurbegraafplaats. Die nieuwe functie is aangegrepen om het oorspronkelijke landschap in ere te herstellen. Bijvoorbeeld door enkele dekzandruggen – die door de jaren heen zijn afgegraven – terug te brengen met zand uit de buurt en heideplagsel. Of door de gekanaliseerde Twekkelerbeek zijn oude kronkelende loop terug te geven, of productiebos te kappen om ruimte te maken voor heide en bloemrijke graslanden. Met deze ingrepen wil exploitant Natuurbegraven Nederland weer recht doen aan de oorspronkelijke bodem- en watercondities. Hiermee is de basis gelegd voor natuurherstel, planten en dieren kunnen zich hier weer vestigen. Als entree is een kaarsrechte weg naar een oud zoutmijnhuisje heringericht als oprijlaan. De hoofdpaden bestaan uit een halfverharding van zand en grind, de zijpaden slingeren als zand- en grasweggetjes door de natuur. Het nieuwgebouwde paviljoen voor afscheidsceremonies is vervaardigd met het hout van het landgoed gekapte bomen en restmaterialen, zoals oude spijkerbroeken als isolatiemateriaal.
Project inrichting natuurbegraafplaats
Locatie Enschede
Ontwerpers Roy Fleury, Jan Joris, John Jansen (Viforis)
Opdrachtgever Natuurbegraven Nederland
Omvang 40 ha
Ontwerp 2020-2021
Realisatie 2022
Nog geen abonnee, maar wel benieuwd naar de volgende editie?
Kijk hier voor onze abonnementen en aanbiedingen.
Mocht u als Blauwe Kamerabonnee het e-zine niet in uw e-mail ontvangen
dan beschikken wij mogelijk niet over uw juiste e-mailadres.
U kunt uw e-mailadres hier
doorgeven.