Project in beeld
Beeldessay
Ondertussen in ...
Columnist Tom Struyf stelt in dit e-zine vast dat de term ‘dorpelijkheid’ eigenlijk niet bestaat. Het staat niet in het Vlaams woordenboek en ook niet in Van Dale. Toch is daarmee zo’n woord niet betekenisloos, zo blijkt uit Struyfs column. Voor hem staat het begrip synoniem voor zijn jeugdjaren in Vlaanderen, waarin hij vanuit zijn slaapkamerraam al rokend uitkeek over ‘een weide met schapen, een maïsveld, de rand van een bosje, een authentieke fermette in de verte’.
Zulke persoonlijke associaties spelen nog te weinig een rol in de ruimtelijke keuzes en plannen die we maken. In België, zo schrijft Struyf, heeft dat ertoe geleid dat dorpen in rap tempo verdicht zijn met stedelijke appartementencomplexen en uitgebreid met nietszeggende woonwijkjes. Het uitzicht vanuit zijn oude kamer is nu een asfaltstrook met huizen die willen lijken op de authentieke fermette in de verte, maar dan met robotmaaier. Het doet me denken aan een gesprek dat ik in 2020 voor Blauwe Kamer had met bioloog en ontdekkingsreiziger Arita Baaijens. Zij was een project gestart om in formele planprocessen plek in te ruimen voor de woorden die bewoners aan hun omgeving geven. Volgens haar is landschap meer dan een optelsom van data, cijfers en beleidsaanduidingen. Het is een verzameling van belevingen, ervaringen en herinneringen.
Met haar initiatief Paradijs in de polder wil ze voorkomen dat burgers die vertellen over die oude boom die de oorlog heeft meegemaakt, of over die oude kronkel in de rivier waar ze ooit hun eerst kus kregen, worden afgeserveerd.
In datzelfde interview hekelde Baaijens hoe we naar de Noordzee kijken. Ze sprak vol afschuw over een rijksambtenaar die de zee bestempelde als het laatste lege industrieterrein. Terwijl voor Baaijens de zee met alles wat daarbij hoort, een eigen wil heeft, en dat het hoog tijd is om daar serieus naar te luisteren. In het papieren nummer van juni doen we een poging en staan we in een speciaal dossier uitgebreid stil bij de ruimtelijke inrichting van deze uitgestrekte watervlakte. Bij alle claims die op de zee afkomen, stellen we nadrukkelijk de vraag: wat vindt de Noordzee hier eigenlijk zelf van?
Mark Hendriks, hoofdredacteur
Niet een vastomlijnd ontwerp, maar een flexibel raamwerk voorziet het stadshart van Emmeloord van nieuw elan. De landschapsarchitecten van bureau Strootman knapten enkele strategische plekken op, zoals het voormalige parkeerterrein De Deel en enkele winkelstraten. Maar ze lieten ook ruimte voor nieuwe ontwikkelingen en initiatieven van bewoners. Om die enigszins in goede banen te leiden formuleerden de ontwerpers acht ruimtelijke principes. Zoals over de aansluiting met omliggende wijken, het vergroenen van parkeerplaatsen, het creëren van sfeer (en wat dat precies inhoudt) en het versterken van looproutes door het winkelgebied.
Project vernieuwing centrumgebied
Locatie Emmeloord
Opdrachtgever gemeente Noordoostpolder
Ontwerp Strootman Landschapsarchitecten
Oppervlakte 18 ha
Ontwerp 2016-2017
Realisatie 2019-2022
VAN DE NVTL
Het verleden, heden en de toekomst van bomen. Daar gaat het symposium voor tuin- en landschapsarchitecten over, op 9 juni nabij Boomkwekerij Ebben. Deskundigen uit binnen- en buitenland gaan in op de uitdagingen waar de branche voor staat. Er is een plenair deel, een interactief deel en er zijn excursies. Sprekers zijn onder anderen Dario Spagnoli en Tracy Snell van de Royal Horticultural Society Garden, René van der Velde van de TU Delft, Henry Kuppen en Bruno Doedens (over de relatie tussen kunst en landschap).
Ga mee op excursie naar de Marker Wadden. Dit unieke natuur-herstelproject in het Markermeer bestaat uit zeven nieuwe eilanden. Boven en onder water ontwikkelt zich langzaam een prachtig natuurgebied. Op 10 juni vertelt landschapsarchitect Rik de Visser van Vista landschapsarchitectuur en stedenbouw over het gebied en het ontwerp.
VAN DE BNSP
De aandacht voor ondergronds bouwen neemt steeds meer toe nu ruimte en natuur bovengronds schaarser worden. Hoe staat het in Nederland met underground urbanism? In de BNSP-Salon nummer 6 bespreken we dit met onder anderen Berry Kok (GPKL), Fransje Hooimeijer (TU Delft), Jens Jorritsma (Obscura) en Thomas Dillon Peynado (Vereniging Deltametropool). De Salon wordt gehouden op 23 juni in de directe omgeving van Arnhem CS. Voorafgaand kunt u deelnemen aan de excursie ondergronds Arnhem CS.
Meer informatie en aanmelden kan via deze link.
VAN DE NVTL EN BNSP
Ter herinnering: De ‘wederombouw’ van Nederland staat centraal op de Dag van de Ontwerpkracht op 6 juli in de Schouwburg in Deventer. Tijdens de dag komen grote vragen aan bod op het gebied van klimaat, energie, landbouw- en voedseltransitie, biodiversiteit en huisvesting. Hiermee is de dag een bijdrage aan het Programma Mooi Nederland van de minister van VRO. Er zijn verhalen, analyses, masterclasses, debatten, fietsexcursies en een tentoonstelling over Ontwerpend Nederland. Met bijdragen van minister Hugo de Jonge (onder voorbehoud), het College van Rijksadviseurs, Winy Maas (MVRDV) en o.a. WUR, Vereniging Deltametropool, vooraanstaande ontwerpbureaus en partners in de ruimtelijke inrichting van Nederland.
Downtown Los Angeles stonden ooit luxe warenhuizen en prachtige theaters. Maar rond 2007 was het historische centrum verworden tot een spookstad. Lege en vervallen gebouwen domineerden het straatbeeld, evenals daklozen. Om het tij te keren werd een grote opknapbeurt op touw gezet. Rijke dertigers – met een door hun ouders geschonken trust op zak – betrokken hippe lofts in de gerenoveerde art-decogebouwen. Main Street en Broadway kregen weer allure, oude barretjes en winkeltjes moesten wijken voor Starbucks, dure winkels en chique restaurants. En toen kwam corona. In het boek Notes on Downtown laat fotograaf Désirée van Hoek zien hoe de vernieuwing stokte en de oude problemen van verpaupering, armoede en dakloosheid heviger dan ooit terugkeerden. Op subtiele wijze laat ze zien dat het pimpen van de openbare ruimte en de bouw van luxe appartementen lang niet genoeg zijn om de gevolgen van lage lonen, ingebakken racisme en een uitgekleed zorgstelsel weg te nemen.
Project ontwerponderzoek naar klimaatbestendigheid
Locatie Kigali, Rwanda
Ontwerp Defacto urbanism
I.s.m. Ecorys, HKV, Royal HaskoningDHV, Sher Consultants, CGIS
Opdrachtgevers Wereldbank, EU, de gemeente Kigali, de Rwandese autoriteit voor omgevingsmanagement (REMA), Ministerie van Infrastructuur, het Rwandese bestuur voor water (RWB)
Periode van ontwerp 2021
Zogenoemde ‘nature based solutions’ helpen om steden overal ter wereld te beschermen tegen overstromingen en modderstromen. Zo ook in de Rwandese hoofdstad Kigali die door hevige regenval regelmatig te maken krijgt met wateroverlast en aardverschuivingen. Om niet terug te vallen op technologische oplossingen alleen, zoekt de Rwandese overheid met steun van onder meer de Wereldbank en de Europese Unie naar mogelijkheden om de miljoenenstad op een alternatieve wijze in te richten. Bijvoorbeeld door vergroening van de openbare ruimte, bescherming van omliggende bosgebieden (om erosie tegen te gaan) en natuurinclusieve manieren van bouwen.
Het Rotterdamse bureau Defacto bracht deze mogelijkheden in kaart, en keek meteen hoe ingrepen de kwaliteit van de publieke ruimte én de leefbaarheid in Kigali’s woonwijken vergroten.
LANDSCHAPSONTWERPER EN THEATERMAKER TOM STRUYF WOONT EN WERKT IN ANTWERPEN ÉN IN ROTTERDAM. HIJ IS GEFASCINEERD DOOR WAT ONZE TWEE LANDEN BINDT EN VAN ELKAAR SCHEIDT. IN DEZE AFLEVERING: EEN GEBREK AAN RUIMTELIJK BEWUSTZIJN
De foto’s zijn van de Vlaamse fotograaf Michiel De Cleene en waren te zien tijdens de expositie Dorpelijkheid - ingericht door Team Vlaams Bouwmeester. www.michieldecleene.be / www.vlaamsbouwmeester.be
Vijfentwintig jaar geleden hield ik van de afgelegen plek waar mijn ouders een huis hadden gekocht. Ik was een ongelukkige puber en tuurde vanuit het raam van mijn kamer diep het groene hageland in. Treurend en rokend. Ik zag een weide met schapen, een maïsveld, de rand van een bosje, een authentieke fermette (boerderette) in de verte. En als ik goed keek, zag ik een graafmachine die de bodem afschraapte - wist ik veel waarom.
Het uitzicht veranderde snel. Nog geen jaar later waren de schapen verdwenen en lag er een strook troosteloos asfalt in het landschap: een doodlopend eind met een dozijn zakdoekgrote beloftes van nieuwe buren. Nieuwe buren die in no-time nieuwe huizen bouwden die probeerden te lijken op een authentieke fermette in de verte, inclusief karrenspoor en ornamenten in landelijke stijl. Maar ook met robotmaaier en helaas zonder verte, want daar verrees al de fermette van de buurman.
Als ik in Nederland was opgegroeid zou ik waarschijnlijk een andere herinnering aan mijn weerbarstige jaren hebben. Nederland volgt al decennialang minutieus een uitgebreid draaiboek voor planologie en ruimtegebruik - tot in de verste uithoek van het land en tot in de kleinste dorpskern. Dat is te zien. Hoewel kwetsbaar is het landschap - inclusief verte - op heel veel plekken zichtbaar en aanwezig. In België is het draaiboek voor ruimtelijk bewustzijn veel minder omvangrijk, en haalt men de schouders op over net wat meer of minder open ruimte. En ook dat is te zien. Het landschap - inclusief verte - is in het verstedelijkt gebied nagenoeg uit het zicht verdwenen.
'Dorpelijkheid' staat niet in het Vlaams woordenboek, en evenmin in Van Dale. Toch wijdt Vlaams Bouwmeester Erik Wieërs er een hoofdstuk aan in zijn Ambitienota 2020-2025. 'Landelijke gemeenten verstedelijken in een hoog tempo. Daarbij lijken we de taal nog niet te hebben gevonden om de verdichting en stapeling van woningen op een harmonieuze wijze in de dorpen in te passen.' Ik stel voor dat we als Belgen eens collectief over het muurtje bij de noorderbuurman gaan kijken. Wellicht kunnen we nog iets leren van zijn taal. En van zijn verte.
Nog geen abonnee, maar wel benieuwd naar de volgende editie?
Kijk hier voor onze abonnementen en aanbiedingen.
Mocht u als Blauwe Kamerabonnee het e-zine niet in uw e-mail ontvangen
dan beschikken wij mogelijk niet over uw juiste e-mailadres.
U kunt uw e-mailadres hier
doorgeven.