De zomer van 2017 nadert en daarmee is het alweer anderhalfjaar geleden dat de redactionele formule van Blauwe Kamer grondig op de schop ging. U weet misschien al niet meer beter, maar sinds vorig jaar maken we vier (in plaats van zes) papieren nummers – extra dik, met in elk nummer een dossier – en acht e-zines waarin we met film en fotografie actuele ontwerpprojecten belichten. Ik moest aan onze vernieuwing denken toen ik met mijn studenten van de Amsterdamse Academie van Bouwkunst een lezing bijwoonde van Hans Ibelings, de in Canada woonachtige architectuurcriticus die ooit aan de wieg stond van het internationale architectuurtijdschrift A10 Magazine. Hij sprak over het bestaansrecht van architectuurjournalistiek. ‘Wat is nog de relevantie van vakjournalistiek in tijden van stars en likes, in een periode waarin professionele auteurs concurrentie ondervinden van amateurs die online op gevatte wijze hun mening ventileren?’
Je kunt daar somber van worden, en dat was Ibelings ook, onder meer omdat de vergoedingen voor artikelen en publicaties sinds 1980 astronomisch zijn gedaald. Maar er is volgens hem ook hoop. Uit de Engelse zoekmachine Ngram viewer maakte Ibelings op dat de woorden ‘book’ en ‘print’ nog altijd vaker voorkomen dan een term als ‘digital’.
Hans Ibelings richt zich voortaan op het schrijven van boeken in plaats van tijdschriftartikelen – hij deed A10 Magazine jaren geleden van de hand. ‘Boeken zijn stabieler, tijdschriften kunnen deze snelle tijden en kortstondige hypes niet meer bijbenen.’ Niet dat Blauwe Kamer geen tijdschrift meer is, maar het was vorig jaar een reden om onze frequentie aan te passen. Met vier dikke nummers per jaar – waaronder een dubbeldik jaarboek – zijn we beter in staat om trends en vakontwikkelingen te duiden. Het snelle nieuws, de modegrillen, snel toegang tot projecten – daarvoor hebben we de e-zines, sociale media en de website.
Mark Hendriks, hoofdredacteur
Het terrein van de voormalige veevoerfabriek van de Coöperatieve Stichtse Olie- en Lijnkoekenfabriek in Utrecht – beter bekend onder de naam Cereolfabriek – is omgevormd tot een nieuw stadsbuurtje. Het monumentale fabriekspand aan het Merwedekanaal is door de maatschappelijke ontwikkelaar BOEi omgebouwd tot een wijkverzamelgebouw voor kantoren, onderwijsfaciliteiten, horeca en culturele evenementen.
Rondom zijn 137 nieuwbouwwoningen gebouwd. De architectuur van deze woningen borduurt voort op het industriële karakter, zoals blijkt uit de recent opgeleverde ‘ronde toren’, samen met het zogenoemde ‘extractiegebouw’ – een appartementencomplex in het hart van het terrein – en de rijwoningen met sheddaken aan de Shakespearelaan. Het stedenbouwkundig ontwerp sluit aan bij de opbouw van de jarendertigwijk Oog in Al en het stadspark aan de zuidzijde van het terrein.
In dit project sloegen de gemeente Utrecht – in eerste instantie eigenaar van het fabrieksterrein – en de ontwikkelaars Blauwhoed en Heijmans de handen al snel ineen. Toen de twee marktpartijen de naastgelegen kantoorlocaties van TPG en KPN in 2003 verwierven, is besloten om beide projecten samen te voegen. Uiteindelijk kregen de marktpartijen in 2007 ook de fabriek onder hun hoede, waarna zij met BOEi in zee gingen.
Project herontwikkeling fabrieksterrein
Locatie Utrecht
Ontwerpers Inbo; Zecc; Groosman (architectuur); gemeente Utrecht (stedenbouw); 1meter98 (transformatie fabriek)
Opdrachtgever Blauwhoed; Heijmans; BOEi (herbestemming fabriek)
Oppervlakte 3,2 ha
Ontwerp 2007 – 2016
Realisatie 2010 – 2017
Foto's René de Wit, Hans Goedhart, Inbo
VAN DE NVTL
Het volgende landschap is het thema van de Landschapstriënnale 2017. Centraal staan de vragen: Wat is het landschap van de toekomst? Hoe gaat onze leefomgeving er de komende decennia uitzien? Wie gaat ervoor zorgen? Het evenement vindt in september plaats in Park21 in de Haarlemmermeer.
Tijdens het Landelijk Congres Openbare Ruimte is de immense vervangingsopgave waar ons land voor staat het centrale thema. Dit biedt een uitgelezen kans om te investeren in de openbare ruimte op een manier die zorgt voor een gezonde, sociale en leefbare stad en die kan inspelen op het veranderende klimaat. De NVTL is medeorganisator van het evenement, dagvoorzitter is Bas Haring en hoofdspreker Floris Alkemade. Met lezingen, excursies en masterclasses.
Donderdag 15 juni, Hilversum
VAN DE BNSP
Dirk Sijmons houdt op 14 juni een BNSP-lezing in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam getiteld: ‘Energie tekent het landschap – Hoe geven ruimtelijk ontwerpers en planners de energietransitie vorm?’ Samen met landschapsarchitect Dirk Sijmons – auteur van onder meer ‘Landschap en Energie’ – en andere professionals gaat de BNSP in gesprek over deze vraag. Lezing georganiseerd samen met de NVTL en Pakhuis de Zwijger.
Duur: 20.00-22.00 uur
Op 16 juni gaat de BNSP-Omgevingstour naar Waalfront en Waalsprong in Nijmegen. Het project is een voorbeeld voor het werken met de nieuwe Omgevingswet. Gebiedsregisseur Mathieu Schouten vertelt over de ontstaansgeschiedenis. De inleiding vindt plaats in het Honigcomplex waarna met de fiets het gebied wordt verkend. Duur: 13.00-17.00 uur
Mis jij ook bepaalde thema’s die jij belangrijk vindt in je studie of op je werk? Dan zijn we op zoek naar jou. We zoeken mensen die met actuele thema’s aan de slag willen in Jong BNSP thema-ateliers. Hier kun je samen met andere jonge beroepsgenoten activiteiten organiseren of andere output genereren. Wanneer je bepaalde thema’s of punten binnen ons vakgebied extra onder de aandacht wil brengen, wil veranderen of verbeteren, dan kan dat nu bij Jong BNSP!
Op initiatief van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie en UN Habitat reisden vier ontwerpers vorig jaar af naar Gaza, om zich bezig te houden met de wederopbouw van dit Palestijnse gebied. De Palestijnse nederzettingen kampen met de naweeën van het Palestijns-Israelische conflict van 2014. In de smalle strook land leven 500.000 ontheemde burgers, zijn er talloze verwoeste of beschadigde gebouwen, een gebrekkige infrastructuur, schaarste aan landbouwgrond en een tekort aan zoetwater. Deelnemer Martin Sobota van het Duitse bureau Cityförster zag de trip dan ook als een kans om de kracht van architectuur en planning te tonen. ‘We denken dat we vernieuwend zijn, maar laat dat hier maar eens zien, in een gebied dat onder continue oorlogsdreiging staat en dat kampt met enorme humanitaire problemen.’ De film toont hoe het ontwerpteam – naast Sobota bestaande uit de Nederlanders Eric-Jan Pleijster en Naomi Hoogervorst en de Belg Peter Vanden Abeele – samen met lokale planners oplossingen ontwikkelt. Op voorspraak van UN Habitat zijn bewoners, bestuurders en beleidsmakers nauw in de planvorming betrokken. Deze zogenoemde participatieve ontwerpaanpak moet niet alleen voor draagvlak zorgen, maar heeft ook tot doel om de Palestijnen verantwoordelijk te maken voor de herontwikkeling van hun steden en landerijen.
Project wederopbouw van een conflictgebied
Locatie Gaza
Ontwerpers internationaal ontwerpteam (Lola landscape architects; Maat Ontwerpers; Cityförster; Freem)
Opdrachtgever Stimuleringsfonds Creatieve Industrie; UN Habitat
Ontwerp 2016
KIJKBOEK AMSTERDAM
Veranderstad Amsterdam – De zachte Atlas II (Nieuw Amsterdam, € 19,99) is een wat zware titel voor een lichtvoetig en associatief schetsboek over Amsterdam. Illustrator Jan Rothuizen brengt in persoonlijke tekeningen het veranderende Amsterdam in beeld. Zijn schetsen – zowel plattegronden van de stad als interieurs van een fietsenwinkel, een coffeeshop, een hotel en tal van andere plekken – schrijft hij vol informatieve, soms geestige, soms wat melige tekstjes. Over boekhandel Linnaeus aan de Middenweg: ‘Het geweten van Oost. Met voor iedereen een favoriete verkoper die je boeken aanbeveelt die je ook echt goed vindt. Is hier altijd héél druk.’
MONUMENT VOOR HET AUP
Letterlijk en figuurlijk gewichtiger is De nieuwe grachtengordel (Thoth, € 39,90). Onder redactie van Marinke Steenhuis biedt het boek een schat aan historische informatie over het Algemeen Uitbreidingsplan van Amsterdam. Met zijn unieke verzameling, vaak prachtige historische plantekeningen, woningplattegronden, foto’s van maquettes en van de wijken kort na aanleg, is het boek een visueel bladergenot. En tevens een tot in de puntjes gedocumenteerd boek over het kunststuk van Amsterdam en zijn stedenbouwkundige dienst om vlak na de oorlog in tien jaar tijd 50.000 woningen te bouwen.
DE PADEN OP ...
Ter ‘lering ende vermaek’ is 50 nieuwe Klompenpaden (Blauwdruk, € 15,-). Klompenpaden vormen een nog steeds groeiend netwerk van wandelpaden over de provincies Utrecht en Gelderland. De routes gaan zoveel mogelijk door agrarisch cultuurlandschap. Toch is het boek méér dan een wandelgids. De paden zijn gelopen door diverse auteurs die er wetenswaardigheden maar vooral persoonlijke indrukken van noteren. Samen met gedichten en plukinstructies en recepten om achteraf de wandeling nog eens op de tong te proeven, is het boek een soort totaalbelevenis. Van de wandelingen zelf zijn losse kaarten te koop en er is een gratis app.
ARCHITECTUURJAARBOEK
Minder projecten en meer beschouwing – zoals een hoofdstuk over architectuurkritiek –, dat is wat de samenstellers van het Jaarboek Architectuur in Nederland 2016-2017 (nai010, € 39,95) beogen. Volgens de redactie moet het jaarboek zichzelf opnieuw uitvinden om te overleven in het snel veranderende medialandschap. En zich meer bekommeren om de maatschappelijke positie van de architectuur. Veel particulier en collectief opdrachtgeverschap, een schoolgebouw dat ‘wat hoop biedt aan minder kansrijken’. Maar ook keiharde no-nonsense architectuur zoals het kantoorgebouw ‘First Rotterdam’ van de Architekten Cie. Kortom, nog steeds een lust voor het oog voor wie van mooie gebouwen houdt, maar ook voor wie wil reflecteren op veranderingen in de architectuur en samenleving.
OPTIMISME OVER DE STAD
Een inspiratieboek, dat is nog wel de beste karakterisering van The Wasted City – Approaches tot Circular City Making (trancity*valiz, € 22,50). Uitgangspunt van dit boek vol voorbeelden – en enthousiasmerende foto’s – over initiatieven om de stad te verduurzamen is dat mensen de stad maken. Dat vraagt om ‘een stadsbewustzijn dat zowel sociaal inclusief is als gericht op het verminderen van afval’, schrijft planoloog Maarten Hajer in zijn voorwoord. Zo komt er een bedrijf langs dat slaapzakken maakt voor daklozen door mensen met weinig kansen op de arbeidsmarkt. Ook voorbeelden van leen- en deelinitiatieven, stadslandbouw, een huis gebouwd van afval en nog veel meer. Dat alles omgeven door degelijke artikelen met voetnoten.
Project masterplan voor herinrichting park
Locatie Istanbul, Turkije
Ontwerper Studio Dror
Opdrachtgever gemeente Istanbul
Oppervlakte 148 ha
Ontwerp 2016 – 2017
Een verlaten stadspark, bijna tien kilometer ten noorden van het stadscentrum van de Turkse metropool Istanbul, moet weer in trek raken bij stedelingen en recreanten. Het ontwerpbureau Studio Dror uit New York ontwierp daarom een masterplan waarin een bezoek aan het bosrijke parkgebied aanvoelt als een ontdekkingsreis en het parkgebruik veel keuzevrijheid laat.
Het ontwerp bestaat uit verschillende onderdelen. De entree is een plek voor ontmoeting, terwijl in het park specifieke interventies uitnodigen tot uiteenlopend gebruik. Een verhoogd wandelpad slingert tussen de boomstammen, met hier en daar een trampoline en schommels. Een fijnmazig padenstelsel leidt langs sculpturale kunstwerken, terwijl ook grote ‘ballenbakken’ dienen als kinderspeelplekken. In het hart van het park stuit de bezoeker op een enorme kubusvormige waterval.
De film toont niet alleen fraaie renderings van het project, maar geeft ook een kijkje in de keuken van Studio Dror – hoe gingen zij te werk, wat waren hun overwegingen?
‘Het is hier altijd overal clean’, lees ik in een interview met de directeur van de Designer Outlet Roermond. Hij noemt het onderdeel van de integrale beleving. Het is op een maandagochtend dat ik de snelgroeiende outlet integraal beleef. Elke meter heeft hier een bedoeling. De straten zijn strak geplaveid, de gevels in fleurige tinten gedoopt, de mensen goed van zin – nergens valt iets uit de toon.
‘Please excuse our appearance while we work to improve your shopping experience’ staat er op een van de pleinen op een afzetbord. Elke oneffenheid excuseert zich voor zichzelf. Beleving is een serieuze zaak. Ik begeef me naar het centrum van de stad, waar Chinese toeristen wat verdwaasd over de Markt struinen. De outlet draait op volle toeren, maar de stad moet nog ontwaken. Ik dwaal door de kalme, oude straten. Het geeft lucht aan de dag.
Niet veel later sta ik op het Stationsplein. Daar tref ik een broertje van I AMsterdam: levensgrote letters ROER met daarachter een grote rode mond. De mond heeft een dikke onderlip waar je op kunt zitten, maar deze ochtend zit er niemand. Een oudere man op een scooter rijdt wat lusteloos aan het geheel voorbij.
Ik doe wat van me verwacht wordt en neem een foto van de letters. Enigszins opgelucht stap ik in de trein. Roermond is een mooie stad en soms is er gelukkig geen donder te beleven.
Nog geen abonnee, maar wel benieuwd naar de volgende editie?
Kijk hier voor onze abonnementen en aanbiedingen.
Mocht u als Blauwe Kamerabonnee het e-zine niet in uw e-mail ontvangen
dan beschikken wij mogelijk niet over uw juiste e-mailadres.
U kunt uw e-mailadres hier doorgeven.