Terwijl we op de redactie hard aan het werk waren met de samenstelling van dit e-zine kreeg ik een telefoontje van fotograaf Rubén Dario Kleimeer. Rubén was voor ons papieren maartnummer op pad in Almere waarover we een themakatern maken. De opdracht: toon ons het hedendaagse Almere Haven, een voor velen bekende bloemkoolwijk die vrijwel niemand op het netvlies heeft. Rubén klonk uitgelaten en de reden daarvoor was tamelijk bijzonder. ‘Wow, wat een plek man – ik kom he-le-maal niemand tegen. Echt een openbaring om hier rond te lopen. Ik realiseer me weer dat we in Nederland veel van dit soort wijken hebben. Ik moet steeds denken aan een wijk in Delft waar mijn tante vroeger woonde. Kom, hoe heet die ook alweer? Oh ja, Tanthof.’
Een week later stuurde Rubén me zijn fotoserie – beelden van een doorsnee-bloemkoolwijk met op elke foto een subtiel teken van leven. Groene kliko’s op de stoep, een sleetse tuinset in de voortuin, een motor op een oprit, verstopt onder een blauw zeil – of is het toch een boot?
De reeks zal onze lezers niet in vervoering brengen. Rubén toont Almere Haven precies zoals het is – niet spectaculair, een tikkeltje saai zelfs, maar vermoedelijk wel een plek waar veel mensen al heel lang naar alle tevredenheid wonen. En dat is best een fijne constatering, zeker gezien de kritiek die Almere vaak ten deel valt.
De bedenkers van Almere valt vast veel te verwijten, maar met hetzelfde gemak kun je ze complimenteren met het feit dat de suburbane droom in ieder geval in Almere Haven geen nachtmerrie is geworden.
Al blijkt dat uiteindelijk niet voor fotograaf Rubén te gelden. Voor hij ophing liet hij zich nog ontvallen: ‘Ik zou hier echt nooit willen wonen.’ Als over een paar weken Blauwe Kamer bij u op de deurmat valt, kunt u zich daar zelf een mening over vormen.
Mark Hendriks, hoofdredacteur
Op een nieuwe campus in Maassluis bracht de onderneming Lely – een bedrijf dat landbouwmachines produceert – enkele van haar gebouwen onder: het internationale hoofdkantoor, een productiehal voor melkrobots, en onderzoeks- en trainingsfaciliteiten. De nieuwbouw door ConsortArchitects verdiende een keurmerk volgens de systematiek van Breaam, een instrument om de duurzaamheid van gebouwen en gebieden te beoordelen. Bijbehorende principes op het gebied van ecologie, energie en gezondheid hebben de ontwerpers van plein06 als inspiratiebron gebruikt voor de inrichting van de buitenruimte.
Zo heeft het groen een gecultiveerde uitstraling in aansluiting op de boerenerven in de omgeving. Populieren markeren niet alleen de campusgrenzen maar ook de lanen die als hoofdontsluitingswegen dienen. Verspreid over het campusterrein liggen kleine boomgaarden. Het dak van de assemblagehal is ingericht als parkeerplaats en park – met wandelpaden, zitplekken en terrassen.
In de assemblagehal is een binnentuin aangelegd, volgens de ontwerpers een ‘groene long in de bedrijfshal’. In de tuin staan zwarte-olijfbomen – goed bestand tegen het binnenklimaat en met een inheemse uitstraling. De vloer van de binnentuin bestaat uit gras.
Project campus voor internationaal agrobusinessbedrijf
Locatie Maassluis
Ontwerpers ConsortArchitects (architectuur); plein06 (openbare ruimte)
I.s.m. Fibercore (verkeersbrug); EcoResult (ecologie); Techniplan (duurzaamheids-maatregelen); Imd ingenieurs (draagkracht dakpark); Optigroen (installatie dakpark)
Opdrachtgever Lely Groep
Aannemer Dura Vermeer Bouw Zuid West; CMD Maassluis (openbare ruimte); Van Ginkel (binnentuin)
Ontwerp 2010 – 2011
Uitvoering 2011 – 2013
Foto's Ossip van Duivenbode
INSPIRATIE VOOR DE DIJK VAN DE TOEKOMST
Eind 2015 is de ontwerpstudie 'De adap-tieve dijk' opgestart door BNA Onderzoek in samenwerking met provincies en waterschappen. Zes interdisciplinaire teams bogen zich over de vraag hoe bij de komende dijkverbeteringsoperatie de ruimtelijke kwaliteit kan worden gewaar-borgd. De bestaande dijken zijn volgens de uitschrijvers te monofunctioneel en de tijd is rijp voor meervoudig gebruik. Elk team heeft zijn eigen focus. Zo klinken er pleidooien voor meer beleving, democra-tisering, gebruikmaken van natuurlijke processen en het toepassen van nieuwe soorten beheer en gebruik.
De initiatiefnemers zijn blij met de resultaten. De organisatie noemt de studies inspirerend en zal ze op discussieavonden aan de vakgenoten voorleggen. ‘Het is goed dat we onszelf meer ruimte gunnen om over nieuwe dijkconcepten en rivier-systemen na te denken en ons minder in het keurslijf van wetten en angsten laten persen. Daarmee geven we opnieuw inhoud aan een rijke Nederlandse traditie’, zei BNA-directeur Fred Schoorl bij de presentatie van de plannen. De ontwerp-studies zijn gepubliceerd op een online platform. Hier zijn ook korte films te vinden waarin initiatiefnemers, dijkbewoners, ontwerpers en de rijksadviseur voor Landschap en Water hun verhaal vertellen over de dijk en het water.
Anne van Schaijk
NIEK DE BOER (1924-2016) – VADER VAN HET MODERNE EMMEN
Stedenbouwkundige Niek de Boer is overleden. De Boer studeerde in 1955 af als architect aan de Technische Hogeschool in Delft, waarna hij als stedenbouwkundige werd aangesteld bij de snelgroeiende industriestad Emmen. Hier verwierf hij internationale faam met zijn ontwerp voor twee nieuwe groene woonwijken in de stad, waarin hij het concept ‘woonerf’ introduceerde in de stedenbouwkundige wereld. Later werd hij directeur van de Rijksplanologische Dienst Zuid-Holland. Uiteindelijk keerde hij als hoogleraar terug naar TU Delft. Niek de Boer is 91 jaar geworden. Het geschiedenisprogramma Andere Tijden besteedde onlangs een uitzending aan Het wonder van Emmen.
Anne van Schaijk
OPROEP: INZENDEN VOOR JAARBOEK 2016
De selectiecommissie voor het Blauwe Kamer Jaarboek landschapsarchitectuur en stedenbouw 2016 is bekend. Naast voor-zitter Guido Wallagh bestaat de commissie uit ontwerper Marco Vermeulen, onafhankelijk adviseur Annemiek Rijckenberg en Blauwe Kamer-redacteur Marc Nolden. Inzenden voor het jaarboek kan weer. Ontwerpers, opdrachtgevers en ontwikkelaars worden uitgenodigd om hun beste plannen, projecten en studies uit de periode 2015-2016 (t/m maart) in te sturen. Klik hier voor de richtlijnen en het inschrijfformulier.
PLANNEN VAN JONG TALENT
Onder de naam Young Innovators werkten pasafgestudeerde ontwerpers op uit-nodiging van het College van Rijksadviseurs aan actuele opgaven. De talenten waren geselecteerd uit de inzendingen voor de afstudeerprijs Archiprix. Tjerk de Boer ontwierp voor de Rotterdamse Afrikaanderwijk een ‘productielandschap’ en een ‘buurt nieuwe stijl’. Beide ingrepen zijn bedoeld om de participatie en de sociale samenhang in de probleemwijk te vergroten.
Architect Pieter Stoutjesdijk stelt voor om met computergestuurde bouwtechnieken leegstaande kantoren om te bouwen tot woningen voor statushouders en asielzoekers.
De landschapsarchitecten Jonas Papenborg en Remco van der Togt combineren tegen-gestelde belangen: ecologische rijkdom en winstgevende industrie. Gebruikmakend van principes uit de bio-economie en de permacultuur transformeren zij het gebied rondom het Brabantse industrieterrein Moerdijk van een monofunctionele omgeving in een landschap waar plaats is voor zowel flora en fauna als voor chemische industrie.
Dit was de tweede editie van de Young Innovators. Van de opbrengst van beide edities is een film gemaakt.
KORT
De Internationale Architectuur Biennale Rotterdam opent in het weekend van 23 en 24 april zijn deuren. Het thema is The Next Economy.
De negende editie van de Landschaps-biënnale Barcelona vindt plaats van 20 september tot en met 1 oktober. Tijdens het evenement wordt de internationale Rosa Barba-prijs uitgereikt. Projecten kunnen worden ingezonden tot en met 31 maart.
De Amsterdamse School bestaat 100 jaar. Daarom zijn er tal van activitei-ten, waaronder een tentoonstelling in het Stedelijk Museum Amsterdam.
VAN DE BNSP
Oud-voorzitter Max van den Berg overleed op 3 februari. Hij was een van de initiatiefnemers van een gezamenlijke vereniging van stedenbouwkundigen en planologen.
De BNSP is aanwezig op de Innovation Expo op 14 april, een evenement over vernieuwende oplossingen voor uiteenlopende opgaven. In een zogenoemde ‘proeftuin’ vraagt de BSNP aandacht voor de vernieuwing van het fysieke en ruimtelijke domein.
VAN DE NVTL
Oprichter van de NVTL en buiten-gewoon lid Jan Voskens is overleden. Hij was jarenlang namens de vereniging de afgevaardigde voor de International Federation of Landscape Architects (IFLA).
In het kader van het jaarthema Gezond landschap is er op 23 maart een excursie naar het kantoorgebouw van RoyalHaskoningDHV in Amers-foort. Het ontwerp van dit gebouw stamt uit de jaren zestig en was gebaseerd op principes voor een gezonde werkomgeving.
Naast Fort Vechten in de Nieuwe Hollandse Waterlinie ligt een van de belangrijkste archeologische vindplaatsen van Europa. In de bodem zijn talloze schatten van 300 jaar Romeinse aanwezigheid bewaard gebleven. Op deze plek hebben zeven Romeinse castella gestaan.
De plattegrond van het drie hectare grote laatste fort – omwalling, entrees, gebouwen – is zichtbaar gemaakt met een 1,5 kilometer lange betonnen plint. Hierin zijn niet alleen opgegraven vondsten verwerkt, maar ook een beeldverhaal over de geschiedenis van de Romeinse forten. Castellum Fectio – de oorspronkelijke naam – is via een pad verbonden met Fort Vechten waar eind vorig jaar het Waterliniemuseum zijn deuren opende. Dit pad volgt het traject van de limes, de oude Romeinse grensweg.
In de film vertelt landschapsarchitect Marcel Eekhout van het Bossche bureau Parklaan Landschapsarchitecten over de overwegingen achter het plan dat balanceert op de grens van kunst, ruimtelijk ontwerp en archeologie. Filmmaker Bart Maalderink maakte de opnames.
Project reconstructie plattegrond Romeins fort
Locatie Bunnik
Ontwerpers Parklaan Landschapsarchitecten; Paul de Kort
I.s.m. RAAP (archeologisch onderzoek); Eric Klaarenbeek (beeldverhaal)
Aannemers Van de Ven; Dumontbeton (betonnen plint)
Opdrachtgever provincie Utrecht
Ontwerp 2010 – 2011, 2013
Uitvoering 2013 – 2015
Willem van Toorn beschrijft in zijn essaybundel Zolang de heuvels van aarde zijn (Querido € 19,99) een ouder Frans echtpaar dat ‘twee helften van een enorm, in de lengte gekloofd varken’ komt ophalen bij de slagerij van een Super-U. Van Toorn volgt zijn verbazing over de ongekende welvaartsgroei en de daaruit voortgekomen ‘tabula-rasamentaliteit’. De schrijver neemt ons mee naar het platteland van Nederland, Frankrijk, de Balkan, Algerije en Italië en verbindt het plattelandsleven met de literatuur. Zo volgt hij de gedichten van Bert Schierbeek in een tocht rond Blauwestad en krimp in Groningen en Frankrijk – waar Schierbeek woonde.
Je zou Critical Landscapes – Art, Space, Politics (University of California Press, € 30,–) kunnen lezen als een kunstkritiek van de stedenbouw en landschapsarchitectuur of van kritische landschapskunst. In 36 essays schetsen uiteenlopende auteurs die disciplines in verhouding tot het begrip ruimte, het landjepik van het landgebruik, de geopolitiek van het kapitalisme en de wereldwijde verstedelijking. Het draait telkens om kunst, maar vooral over hoe we met het landschap omgaan in onze geglobaliseerde wereld. Fraai is het project dat het landschap op oude foto’s met indianen opnieuw fotografeert zonder die verdwenen mensensoort.
Er was eens een stad die er nooit kwam. Christopher Marcinkoski analyseert in The City That Never Was (Princeton University Press € 29,–) hoe ontwerpers zich hebben laten meeslepen in de grootse plannen van ontwikkelaars, investeerders en overheden – met voorbeelden uit landen als Spanje, Dubai en China. Je ziet op de foto’s de ontwerptekeningen in het landschap geëtst als de contouren van wijken die nooit zijn afgebouwd. Marcinkoski vindt dat ontwerpers moeten nadenken over hun positie. ‘Of dit [hen] in de rol plaatst van onderhandelaar, mediator, ondernemer, manager, strateeg of tacticus, dat kan nog niet met enige zekerheid worden gezegd.’
Stedenbouwkundige Han Meyer behandelt in De Staat van de Delta – Waterwerken, stadsontwikkeling en natievorming in Nederland (Vantilt
€ 24,95) in vogelvlucht het verhaal van de Nederlandse waterwerken. Honderd jaar na de stormvloed van 1916 – waarbij onder andere het eiland Marken overstroomde – beschrijft Meyer de ‘nieuwe staat van de delta’. Tekenend is een kaart van Nederland met de Noordzee, waarin de zee bijna net zo volgebouwd is als het land, met windmolenparken en booreilanden. ‘Er wordt vaak van uitgegaan dat ontwerpen pas zinvol zijn als er besluitvorming over een bepaalde opgave heeft plaatsgevonden. [Dit boek laat] echter precies het tegendeel zien.’
Het fotoboek van Theo Baart, Werklust – Biografie van een gebruikslandschap (nai010 € 49,50) lijkt persoonlijker dan zijn eerdere foto’s van het gebied dat hij al zijn hele leven fotografeert. Zo staat er onder meer een hele reportage in over de sloop van het ouderlijk huis van Baart, inclusief een prachtig portret van zijn krantlezende moeder aan tafel in haar oude huis. Toch is ook daar de fotografie van Baart zoals altijd onderkoeld en zonder franje, en met een prachtig oog voor detail, compositie en lichtval. Toch is er ook telkens die afstand die zorgt dat je als kijker van het landschap gaat houden, ook al klinkt dat raar.
Project ontwerponderzoek en planvorming uitbreidingswijk
Locatie Hedehusene
Ontwerpers karres+brands; Arkitema Architects; Social Action; Everyday Studio; ViaTrafik; Esbensen; Orbicon
Opdrachtgevers City of Hedehusene; Realdania; Nærheden
Oppervlakte 63 ha
Ontwerp 2014 – 2015
Realisatie 2017 – 2027
De vernieuwing van tal van plekken in Kopenhagen – het oude centrum, het havenfront, nieuw woon- en werkgebied in Amagerbro – en de rechtstreekse verbinding over de Øresund met het Zweedse Malmö, hebben ervoor gezorgd dat de regio rondom de Deense hoofdstad in trek is. Inmiddels verkennen ook naburige gemeentes de mogelijkheden voor hoogwaardige uitbreidingswijken om zo een graantje mee te pikken van het succes van Kopenhagen. Karres en Brands onderzocht in een multidisciplinair team en in opdracht van de plattelandsgemeente Hedehusene en RealDania – een filantropische organisatie voor gebiedsontwikkeling – hoe een nieuwbouwwijk anno 2016 vorm moet krijgen. Daaruit kwamen twee hoofdprincipes. Ten eerste moet zo’n wijk een aanvulling zijn op de suburbane gebieden in Kopenhagen zelf – het prachtige heuvellandschap rondom Hedehusene biedt daarvoor voldoende aanknopingspunten. Ten tweede is blauwdrukplanning, zoals in Nederland voorheen met de Vinex-wijken gebeurde, uit de tijd. Toekomstige bewoners krijgen de ruimte om binnen een stedenbouwkundig raamwerk hun wijk zelf vorm te geven. Dit varieert van de eigen woning tot woonblokken en voorzieningen.
Onlangs luisterde ik een interview met de Vlaamse schrijver Joost Vandecasteele. Hij omschreef zichzelf als geografisch transseksueel. Iemand die niet in het verkeerde lichaam, maar op de verkeerde plek geboren is. Dat begreep ik wel. In mijn familie ben ik de enige geboren Almeloër.
Het is een rusteloze stad, Almelo. Niet zozeer omdat het leven er zo hectisch is – JC Bloem omschreef de stad ooit als ‘der gaten gatst’ – maar omdat hij maar blijft zoeken naar zijn verhaal. Die rusteloosheid sloeg op mij over. Ik verhuisde nog vaak, maar kwam van de stad nooit helemaal los.
Na de teloorgang van de textielindustrie volgden golven van stadsvernieuwing elkaar op. De stad kreeg nauwelijks de tijd om aan zichzelf te wennen. Waar eens fabrieken stonden, verrezen winkelpassages die uiteindelijk vooral leegstand huisvestten. Het marktplein van Almelo is erdoor verworden tot een openluchtmuseum van goede bedoelingen.
Inmiddels is een nieuwe golf van stadsvernieuwing alweer begonnen. En terwijl overal in het land retaildeskundigen de pers te woord stonden over het onheil dat over onze binnensteden werd afgeroepen, werd in Almelo een eerste bouwhandeling verricht. Het project? Het ombouwen van de voormalige V&D tot appartementen. De V&D sloot er twaalf jaar geleden al.
Voor even had Almelo zijn verhaal gevonden. Het was een gidsstad.
Nog geen abonnee, maar wel benieuwd naar de volgende editie?
Kijk hier voor onze abonnementen en aanbiedingen.
Mocht u als Blauwe Kamerabonnee het e-zine niet in uw e-mail ontvangen
dan beschikken wij mogelijk niet over uw juiste e-mailadres.
U kunt uw e-mailadres hier doorgeven.