Project in beeld
Drie vragen over
Ondertussen op ...
Niet te missen …
De hevige overstromingen in Duitsland, België en Zuid-Limburg van de afgelopen week drukken ons met de neus op de feiten: de extreme gevolgen van klimaatverandering zijn niet langer een papieren werkelijkheid. De bizarre piekbuien (waarbij soms meer dan 200 millimeter viel) laten onomstotelijk zien hoe groot de vernietigende kracht van het wassende water kan zijn.
In de berichtgeving werd ik vooral geraakt door de diepe angst voor het water dat zich meester had gemaakt van de bewoners van de getroffen gebieden. Een Duitse man vertelde aangeslagen over zijn omgekomen dorpsgenoten die tegenover het snelstromende water geen enkele kans hadden. In het Belgische Spa zagen we hoe een huilende en bevende vrouw door de brandweer uit haar huis werd gered. Bij de lokale zender 1Limburg vertelde een inwoner van Valkenburg over de angstaanjagende momenten die hij die nacht had moeten doorstaan toen hij vanuit zijn raam het water voorbij zag razen.
Het deed me denken aan een rondetafelgesprek dat ik jaren geleden bijwoonde over hoe we als samenleving omgaan met het risico op overstromingen, en waarbij de deelnemers spraken over de zogenoemde veiligheidsparadox. Omdat we een groot vertrouwen hebben in ons verdedigingssysteem wanen we ons onoverwinnelijk, zo luidde de gedachte. Daardoor zijn we ons nauwelijks nog bewust van de enorme gevaren die van onze rivieren en beken uitgaan – ik bedoel: velen van ons herinneren zich nog het hoge water van 1993 en 1995, maar echte gevoelens van gevaar roepen ze niet op.
Met de ramp die zich nu in Limburg en onze buurlanden voltrekt – en waarvan de beelden niets te wensen overlaten – komt daar in een klap een einde aan. De beelden van een ondergelopen Valkenburg, een kolkende watermassa of de verwoesting in het Duitse dorp Erftstad doet ons beseffen dat we te lang losgezongen zijn geweest van het water, en dat we zijn vernietigende kracht te lang onderschat hebben. We realiseren ons hopelijk dat we niet onschendbaar zijn, en dat enig ontzag voor onze beken, rivieren en meren niet meer dan op zijn plaats is.
Ongeveer het tegenovergestelde bepleit de jonge landschapsarchitect Hanna Prinssen, die in dit e-zine het boek Vuur en beschaving aanprijst. Ze las dit boek voor haar afstudeerproject, waarin ze naar analogie van Ruimte voor de Rivier meer ruimte voor natuurbranden creëert. Want vuur levert onder meer een bijdrage aan de ontwikkeling van gezonde ecosystemen. Maar om dat voor elkaar te krijgen, zo stelt Prinssen, moeten we de afstand tussen ons en het vuur wel verkleinen, om zo de angst die we daarvoor hebben weg te nemen.
Een fijne zomer!
Mark Hendriks, hoofdredacteur
Het voormalige terrein van de Nederlandse Kabel Fabriek, aan de Schie-oevers van Delft, verandert de komende jaren in een moderne stadswijk. De ontwerpers van het Rotterdamse bureau Mei architects maakten een plan voor een mix van woningen, voorzieningen en bedrijvigheid. Een belangrijk uitgangspunt is om de ondernemers die zich sinds 2009 in de verlaten fabriek hebben gevestigd mee te nemen in de herontwikkeling – zoals de plaatselijke boomkwekerij, die het nieuwe Kabeldistrict gaat voorzien van volgroeide bomen.
De constructie van de oude fabriek staat aan de basis van het stedenbouwkundig ontwerp. Het dak wordt verwijderd, maar de stalen vakwerkliggers en bakstenen gevels vormen een raamwerk voor de toevoeging van grondgebonden woningen, hier en daar verhoogd met appartementen. De combinatie van kleine woon-werkgebouwen enerzijds en hoogbouwaccenten anderzijds is een verwijzing naar de stedelijke uitstraling van Delft, bepaald door zowel de kleinschalige oude binnenstad als de recente stadsuitbreidingen.
De openbare ruimte is autovrij en bestaat uit verschillende typologieën, waaronder publieke erven en semiprivate groene hoven. In het hart van het gebied komt rondom de oude schootsteen een kleinschalig centrum, met winkels en culturele functies. Langs de Schie wordt een park aangelegd, met aan de fabriekszijde een ‘waterplein’ en horeca.
Project transformatie fabrieksterrein tot nieuwe stadswijk
Locatie Delft
Ontwerper Mei architects and planners
I.s.m. Primum, Pieters Bouwtechniek, VERO Visuals, Aveco de Bondt, Mark Rabbie Urban Concepts, ZUS, Bureau Stedelijke Planning, Goudappel Coffeng
Opdrachtgever Kabeldistrict CV (Amvest en KondorWessels Vastgoed)
Programma woningen, bedrijven, appartementen (400.000 m2)
Ontwerp sinds 2017
Realisatie vanaf 2022
VAN DE BNSP
Vijftig ontwerpers bedachten een vrijmoedig idee om het centrum van Geleen weer leefbaar te maken. Dat deden ze in het kader van de ontwerpwedstrijd De woonwijk als noviteit. Eind juni kreeg staatssecretaris Mona Keijzer de bijbehorende publicatie aangeboden. Ze onderschreef daarbij het belang van ontwerpend onderzoek. Download de publicatie hier.
Op 10 september organiseert de BNSP een excursie naar het nieuwe stadsdeel Oosterwold in Almere. Ga mee en ervaar hoe hier op unieke wijze groen, duurzaam en eigenzinnig wordt ingevuld. Experts vertellen je alles wat je wilt weten over dit gebied en laten je de uitwerkingen van dichtbij bekijken.
Wanneer: 10 september
Aanmelden: via deze link
VAN DE NVTL
Hoe kunnen we het Europese landschap beschermen, plannen en beheren? Die vraag staat centraal tijdens het symposium De toekomst van het Europese landschap, georganiseerd door Uniscape. Daarbij worden acties en maatregelen voor de nodige beleidsondersteuning voor de komende twintig jaar aanbevolen. Dit hybride evenement – je kunt fysiek of digitaal deelnemen – vormt de opmaat voor het slotevenement op 22 oktober in Florence.
Wanneer: 17 september
Tijd: 9.00-17.00
Tickets: te koop via deze link
Dankzij haar decennialange inzet voor de Nederlandse landschapsarchitectuur krijgt Yttje Feddes de Bijhouwerprijs op 24 september uitgereikt. Journalist, auteur en moderator Tracy Mets spreekt dan ook de Bijhouwerlezing uit en de Wageningse landschapsarchitectuurstudent Teodor Barna, die de eerste NHBOS Talentbeurs kreeg toegekend, presenteert de vruchten van zijn werk.
Wanneer: 24 september
Tijd: 14.30-17.00
Waar: C-Bèta, Rijnlanderweg 916 Hoofddorp
Aanmelden: via deze link
Dit najaar geeft de NVTL samen met het Ruyteninstituut weer de vijfdaagse cursus Toekomstbestendig ontwerpen met beplantingen. In Wageningen leer je aan de hand van concrete locaties theorie én praktijk kennen. Verdiep je kennis van groei, bloei en verval van plantmateriaal, van border, heestervakken, straatbomen tot bosvakken. De cursus is perfect voor tuin- en landschapsarchitecten/ontwerpers en stedenbouwkundigen en telt mee voor de 16 jaarlijks te behalen uren in het kader van bij- en nascholing. Schrijf je snel in, want er kunnen slechts 15 cursisten meedoen.
Wanneer: 1 oktober, 15 oktober, 5 november, 19 november en 17 december
Waar: Belmonte Arboretum Wageningen, Generaal Foulkesweg 94-A, Wageningen
Aanmelden: via deze link
Landschapsarchitect Frank Stroeken onderzocht met vakgenoten hoe we windturbines op land zo goed mogelijk een plek geven.
Waarom dit onderzoek?
‘Tot mijn spijt moest ik constateren dat in het ingewikkelde krachtenveld van de energietransitie de landschapsarchitectuur nog altijd een marginale positie bekleedt. Sterker nog, ik merkte dat landschapsarchitecten hier en daar te boek staan als “modernistische plannenmakers”, en dat maar weinigen inzien dat een goed regionaal landschapsplan van pas komt om de plaatsing van windturbines in goede banen te leiden. Dat ligt deels ook aan onszelf. Wij zijn blijkbaar nog steeds niet in staat om een eenduidig verhaal op tafel te leggen over op welke gronden de plaatsing van turbines moet plaatsvinden.’
Is dat niet vreemd? Er wordt toch al jaren ontwerponderzoek gedaan naar de inpassing van windturbines.
‘Dat is zeker zo, maar die kennis heeft de buitenwereld nog lang niet bereikt. In de praktijk zijn andere, vaak technische overwegingen leidend in de locatiekeuze. Als die vaststaat, komt een landschapsplan ter sprake. Maar dan ben je in feite al te laat. Bovendien bestaat binnen ons vakgebied nog lang geen consensus over de beste aanpak. Turbines langs snelwegen bijvoorbeeld klinkt plausibel, maar over hoe en wat lopen de meningen uiteen. Verder zijn veel studies van de afgelopen jaren een poging geweest om als ontwerpwereld grip te krijgen op de razend ingewikkelde energiewereld, waardoor basisvragen over inpassing en beleving ondergesneeuwd raakten.’
Wat is jullie belangrijke boodschap?
‘We willen benadrukken dat de energietransitie vertraging oploopt omdat we onvoldoende nadenken over de opstelling van turbines en de gevolgen die windprojecten hebben voor de beleving van een plek. Om dit te keren, hebben we tien kwaliteitsregels geformuleerd, waarbij de hoofdmoot is dat we moeten stoppen met de versnipperde aanpak van kleine windprojecten in gebieden die toch al geen kwaliteit hebben. Als we die regels in acht nemen, zijn we hopelijk in staat om nieuwe energielandschappen te maken die ook leefbaar en aangenaam zijn.’
Project kunstinstallatie
Locatie Oosterend, Texel
Ontwerper Marc van Riet
Ontwerp 2015
Realisatie elke zomer vanaf 2021
Begin dit jaar overleed Joop Mulder, de grote oprichter en roerganger achter het festival Oerol op Terschelling. Ter nagedachtenis aan hem is samen met de culturele landschapsontwikkelaars van Sense of Place een jaarlijks terugkerende verblijfplaats voor het tijdelijke kunstwerk De Streken gevonden. De ‘getijdeninstallatie’ van Marc van Riet wordt opgebouwd aan de dijk bij Oosterend en blijft staan tijdens de zomermaanden. Bij laag water is het een verstilde plek op het natte zand, bij hoog water wanen bezoekers zich midden op zee.
Landschapsarchitect Hanna Prinssen won in juni de Archiprix met haar afstudeerproject over vuurlandschappen. Hiervoor haalde ze inspiratie uit het boek Vuur en beschaving van Joop Goudsblom.
‘Dit boek heeft mijn kijk op vuur echt beïnvloed. Zoals zoveel mensen zag ik vuur en brand als iets gevaarlijks, als iets waar we bang voor zijn. Maar tijdens het lezen leerde ik welke rol vuur heeft gespeeld in de geschiedenis van onze beschaving. Als enige diersoort wisten we het vuur te beheersen en dat heeft ons veel gebracht. Bescherming, betere kooktechnieken, technologische uitvindingen, licht en warmte. Maar tegenwoordig is vuur uit ons dagelijks leven verdwenen. We zien het niet meer, zijn ervan vervreemd geraakt. We weten het niet meer goed te hanteren.’
‘Door die afstand zijn we bos- en natuurbranden anders gaan bekijken, als iets gevaarlijks, onwenselijks, als rampen. Terwijl vuur, net als water en wind, onderdeel is van het natuurlijk systeem en een belangrijke bijdrage levert aan de ontwikkeling van gezonde en toekomstbestendige landschappen en ecosystemen. Omdat het de vruchtbaarheid van de bodem vergroot, omdat het licht en ruimte biedt, omdat het verjonging in de hand werkt.’
‘In mijn afstudeerproject heb ik, naar analogie van Ruimte voor de Rivier, onderzocht hoe binnen het Californische bos- en natuurbeheer een plek kan worden ingeruimd voor vuur en brand. Daarvoor ontwierp ik een “vuuruiterwaard”, met brandgangen, waterlopen en een stenige vuurdijk die de nabijgelegen bebouwing beschermt. De grote vraag is hoe we de geesten rijp krijgen om vuur weer toe te laten in onze landschappen. Zeker in Amerika, waar brandweerlieden helden zijn, ligt de focus op blussen en uitmaken. Terwijl het veel beter is om het landschap klaar te maken voor een brand – zodat het geen ramp is als het vuur komt, maar een ecologische verbeterslag.’
Het afstudeerproject van Hanna Prinssen wordt ook belicht in de afstudeerspecial in ons septembernummer.
Ben je nog geen abonnee, maar wel benieuwd naar onze volgende editie?
Kijk hier voor onze abonnementen en aanbiedingen.
Heb je een abonnement, maar niet het e-zine per mail ontvangen?
Geef dan hier
jouw e-mailadres door.