Dit is alweer het laatste e-zine van 2019. Deze kersteditie staat volledig in het teken van ‘Plan B’, of beter gezegd de oproep van Blauwe Kamer aan de vakwereld om een alternatief scenario te schetsen voor het geval dat de zeespiegel sneller stijgt dan waar we in het Deltaprogramma rekening mee houden.
Het gesprek hierover begon met een artikel in Vrij Nederland, waarin experts de noodklok luidden over het gebrek aan ideeën hoe Nederland kan omgaan met een extreme zeespiegelstijging in de verre toekomst, zoals meer dan zes meter. Het ging als een lopend vuurtje door ruimtelijk Nederland. Klopt het dat we niet nadenken over scenario’s waarin de zee sneller stijgt dan we nu aannemen?
Achter de schermen blijkt er wel degelijk al langer te worden nagedacht over de situatie waarin het ophogen van dijken weinig zin meer heeft en een nieuwe kustlijn moet worden getrokken, een nieuwe verhouding tussen land en water, tussen mens en natuur.
Zo werkt Deltares aan toekomstscenario’s en verkent het Rotterdamse bureau Defacto voor het ministerie van Binnenlandse Zaken hoe we zeespiegelstijging, grotere rivierafvoeren en bodemdaling het hoofd kunnen bieden. Ook de landschapsarchitecten van Lola houden zich bezig met dit vraagstuk, zoals blijkt uit hun recente initiatief NL2200 waarmee ze kennis, ontwerpideeën en visies willen bundelen.
Uit al deze pogingen rijst het beeld van een grillige en zeer ingewikkelde opgave. Want hoe betrouwbaar zijn de klimaatvoorspellingen? Hoe ga je om met de marges en onzekerheden waarmee het denken over een verre toekomst gepaard gaat? Welke inschattingen zijn te maken over Nederland in 2300 – wat voor economie en maatschappij hebben we dan, wat is het politieke discours, wat is de invloed van nieuwe technologieën? En hoe verloopt de zeespiegelstijging werkelijk?
Om een onvoorstelbare toekomst toch voorstelbaar te maken riep Blauwe Kamer stedenbouwkundigen, architecten en landschapsarchitecten op om hun kijk op Nederland in 2300 te verbeelden in een kaartbeeld. Zonder de complexiteit van de opgave te bagatelliseren – de inzenders gaan soms voorbij aan beleidsvoornemens, breken hier en daar met civieltechnische wetten van meden en perzen –, en beseffend dat de meeste inzendingen niet stoelen op jarenlang onderzoek, blijkt een deel van de toekomstbeelden een waardevolle toevoeging aan de ideevorming over hoe Plan B eruit kan zien. De ontwerpers die op onze oproep reageerden laten op soms radicale wijze zien wat een mogelijke inrichting van Nederland in 2300 behelst. Waar veel studies in klein comité en achter gesloten deuren plaatsvinden, gedomineerd door wetenschappers, techneuten en beleidsmakers, laten de ontwerpen in dit e-zine onomwonden zien hoe het land op de schop moet. Dat steden zullen verdwijnen, dat landbouw niet meer mogelijk is, dat we afhankelijker worden van technologische innovaties, dat voor miljoenen huishoudens op hun huidige plek geen plaats meer is.
Uit de inzendingen zijn vier strategieën te herleiden: aanvallers, ruilverkavelaars, radicale poëten en doemdenkers.
Mark Hendriks, hoofdredacteur
Tot de groep van ‘aanvallers’ behoort bureau ZUS dat door het opspuiten van drie miljard kuub zand van Nederland weer een hooggelegen duin- en rivierlandschap wil maken. Adviesbureau De Haakse Zeedijk pleit voor een tweede kustlijn, 25 kilometer in zee.
Delta Plan X
ZUS i.s.m. Arcadis, TU Delft-SLIKC, Van Oord
In 2300 is West-Nederland veranderd in een Duinmetropool. Een groot deel van het polderland is nu een duinlandschap – de strategie om erosie en sedimentatie op gecultiveerde wijze toe te passen, betaalt zich uit. De Oosterscheldekering staat open waardoor de rivierdelta in verbinding staat met de Noordzee. Den Haag en Amsterdam vormen een aaneengesloten stedelijk gebied. De voormalige veenpolders zijn onbewoonbaar door bodemdaling en verzilting. De Haarlemmermeer is een ‘superduinrel’, waar zoet water wordt verwerkt en gedistribueerd. De Beemster fungeert als energiehub – onder meer om de intensieve verticale landbouw te voorzien van duurzaam gewonnen energie.
Tweede kustlijn
De Haakse Zeedijk (Dick Butijn)
Het ontwerp gaat uit van een tweede kustlijn van West-Kapelle tot Den Helder – 25 kilometer voor de huidige kust. In de achterliggende bekkens die op nul NAP worden gehouden stromen de rivieren vrij uit. Afhankelijk van de zeespiegelstijging moet deze dijk in de 22ste of 23ste eeuw verlengd worden tot de kliffen van Calais en langs de Noord-Duitse en Deense kust tot aan Zweden. Dit idee is op verzoek van de Deltacommissaris ingebracht bij het Kennisonderzoek Zeespiegelstijging.
De ‘ruilverkavelaars’ herverdelen het grondgebruik op basis van de nieuw ontstane verhouding tussen land en water. BRO bijvoorbeeld verplaatst alle grote steden naar het oosten, benut een nieuwe reeks Waddeneilanden voor industrie en energiewinning en -opslag. Om zo’n ruilverkaveling nieuwe stijl voor elkaar te krijgen pleit Karres en Brands voor een nieuw bestuurlijk systeem: zeven landstreken moeten zorgen voor passende verhoudingen tussen water- en grondgebruik.
De Zeven Nieuwe Nederlanden
Karres en Brands Landschapsarchitecten
De zeespiegelstijging dwingt om meer met de natuur mee te bewegen. Dit betekent meer ruimte voor natuurlijke processen – denk aan een landbouw die inspeelt op natuurlijke condities en het opwekken van energie waar de wind waait en de zon schijnt. Maar ook de verplaatsing van economische functies en woongebieden van het afvoerputje naar de hoger gelegen zandgronden. Dit alles is gebaseerd op een bestuurlijk systeem van zeven landstreken. De ruimtelijke ontwikkeling kan zo optimaal worden afgestemd op de specifieke kenmerken van landschappen en streken. Dit voorstel was onderdeel van het door de Raad voor de Leefomgeving geïnitieerde project Challenge Landschap 2070.
Een nieuw tijdperk
BRO
Om Nederland klaar te stomen voor een onzekere toekomst, vallen we terug op een beproefd recept: de ruilverkaveling. Uitgangspunt is dat het water de ruimte krijgt. Een nieuwe waddenrij voor de kust biedt kustbescherming en dient als opslag- en industriegebied. Steden met minder dan 10.000 woningen in waterrijke gebieden worden ‘verplaatst’ naar hoger gelegen gronden. Grotere steden worden beschermd. Drie hogesnelheidslijnen verbinden de Randstad (met een Schiphol in zee) met het Zuidwesten en Midden-Noord. Transport van goederen vindt plaatst over water en rails. Het autobezit transformeert naar een collectieve voorziening met aan de periferie knooppunten voor uitwisseling van modaliteiten met een diversiteit aan (verblijfs)voorzieningen. Industriële voedselproductie krijgt een plek in agroclusters, natuur wordt gebundeld en er komen landschapsparken tussen steden.
Nederland in 2300
VE-R (Remco Rolvink en Berrie van Elderen)
Nederland verandert dramatisch door een grote ramp. Die ramp is het gevolg van springvloed, storm en heftige regenval waardoor het rivierwater geen kant op kan. Zwakke plekken in de kustbescherming breken waardoor de delta vol stroomt. Ter voorbereiding op deze – voorspelde – gebeurtenis hebben havenbedrijven, gemeentes, waterschappen en zelfs Noordrijn-Westfalen de handen ineen geslagen en gezorgd dat de hoofdinfrastructuur, zoetwaterbekkens, landbouwgebieden en recreatieve zones verplaatst zijn naar Veluwe-Port. De macht verschuift van de nationale overheid naar grensoverschrijdende metropoolregio’s.
De dijk
Pauline Dirks
We wachten de zeespiegelstijging niet af. Op basis van wetenschappelijke analyses trekken we ons eigen plan en besluiten om stap voor stap een nieuwe dijk te bouwen. De dijk dient niet alleen als kustverdediging maar ook als een landschappelijk panorama, met stedelijke ‘balkons’ en woonterpen. Het is een markante structuur door het huidige land. De dijk biedt een helder handelingsperspectief en het trekt een scheidslijn tussen twee delen van Nederland die elk een eigen strategie ontwikkelen. Het westen zal ‘ontstedelijken’ naar een duurzame delta, het oosten verstedelijkt naar het nieuwe duurzame Nederland.
Dan zijn er de ‘radicale poëten’, zoals Buro Lubbers dat het water laat komen waardoor gestaag een nieuwe kustlijn met landtongen ontstaat. Het ondergelopen westen wordt voorzien van een infrastructureel grid dat drijvende steden verbindt en verdronken plekken toegankelijk maakt als duikbestemming. In het voorstel van Rijnboutt is de huidige kustlijn weggevaagd. Daarvoor in de plaats een gebied van kwelders en schorren. Het hoge land biedt plaats aan ‘circulaire agroclusters’ en woonsteden.
Mondriaandelta
Buro Lubbers
Na de stormvloed in 2038 – als dijkring 14 doorbreekt en een miljoen Nederlanders op de vlucht zijn – treedt het ‘Deltaplan Mondriaan’ in werking. De verwoeste steden worden niet herbouwd, maar een radicaal nieuw systeem wordt geïntroduceerd: een Mondriaans grid van pieren en dijken dat meegroeit met de zeespiegelstijging. In 2040 wordt gestart met de aanleg. In het grid talloze functies, zoals havens en industriegebieden, waterlandbouw en energielandschappen en drijvende woonmilieus. Delen van oude steden worden bewaard en als eilanden aan het grid gekoppeld. De Amsterdamse grachtengordel, het Vondelpark en de Bijlmerflats vormen samen ‘The city formerly known as Amsterdam’. De rest van de Randstad ligt verstild onder water: Nieuw Atlantis.
Luchtsteden
Jet ten Voorde
In 2300 zijn we gestopt met de ontwikkeling van de laagst gelegen delen: geen woningbouw meer in Gouda, geen bedrijventerreinen in de Alblasserwaard. We kiezen voor verdichting van de hoger gelegen stadscentra en verstedelijkte haventerreinen. De kritieke infrastructuur ligt in waterdichte tunnels, en we verplaatsen ons via een verhoogde monorail en luchtfietspaden. Met een jetpack, bootje of intermono zijn andere steden te bereiken. We leven in verdichte luchtkastelen, en we verbouwen zeewier in zout water en hebben drijvende akkers.
Het Achter-gelaten-land
Rijnboutt
De harde grens tussen land en water is weggevaagd. De nieuwe kustlijn bestaat uit kwelders en schorren die ontstaan zijn door de aanplant van grassen en het plaatsen van houten palen op de lege landbouwgrond. De voedselproductie is hoogtechnologisch: dierlijke producten worden in laboratoria gekweekt, ondergelopen polders bieden plaats aan mariene landbouw en drijvende kassen en her en der in het achterland liggen circulaire agroparken. De stedelijke groei verschoof van west naar oost, naar concentrische steden waarin niet de mens maar een zo efficiënt mogelijk ‘metabolisme’ centraal staat – een gevolg van de wereldwijde transitie van het humanisme naar het dataïsme. De hoogbouwclusters op het ‘achtergelaten land’ doen dienst als datacentra en controlekamers, het hyperloopnetwerk is gebouwd op het vroegere autowegennet. Op zee liggen de platformen van de universele zonneschil, waarmee energie gewonnen wordt en NASA en de VN het weer beheersen. Daardoor vormt klimaatverandering niet langer een bedreiging voor de mensheid.
Elysium
HZ University of Applied Sciences (Tim Hoogkamp, Gino Schier, Patrick van Zweden begeleid door Lukas Papenborg)
In 2300 komen we met het vliegtuig aan in de stad Apelhem, de grote stad op de Veluwe. Door de stijging van de zeespiegel met vijftien meter ligt de helft van Nederland onder water en loopt de kustlijn over de Veluwe. Het klimaat is subtropisch, kunstmatige intelligentie en robotisering hebben het grootste deel van het laagopgeleide werk overgenomen en grote bedrijven worden bestuurd door een superrijke elite. De Nederlandse economie leunt op een toerismesector die luxevakanties biedt. De dienstensector die hiervoor nodig is bevindt zich in het achterland rondom de megapolissen Apelhem, Eindhoven, Brussel en Nijmegen die met elektrosnelwegen zijn verbonden. Producten en goederen worden geïmporteerd, verwerkt en geëxporteerd via de volledig geautomatiseerde haven nabij Apelhem.
Er zijn ook ontwerpers die er bepaald geen vertrouwen in hebben dat we met planning, ontwerp en ingenieurskunst ons land leefbaar kunnen houden. Deze ‘doemdenkers’ zonden doelbewust een zwart scenario in waarin Nederland grotendeels onder de golven verdwenen is. Met hun beeld van een verdronken Nederland hopen zij politici te bewegen om echt in actie te komen, zodat van die extreme zeespiegelstijging nooit sprake zal zijn.
Hallo, wakker worden!
Ro Koster en Hans van Engen
Als het werkelijk tot een extreme stijging van de zeespiegelstijging komt, hebben we het erg slecht gedaan. Niet alleen zal ons land dan in de golven verdwijnen, de wereld zal in dat geval (een temperatuurstijging van drie tot vier graden) kampen met ongekende migratiegolven, verlies van vruchtbare gronden, drinkwatertekorten, crisis in biodiversiteit en maatschappelijke en politieke ontwrichting. Ontwerpen aan een Nederland dat te maken krijgt met een hoge zeespiegel is daarom onzinnig. We moeten nu actie ondernemen om te voorkomen dat het ooit zo ver komt. Maar één ingreep is relevant: de opslag van CO2 door massale aanplant van bomen. Bijvoorbeeld in combinatie met het onder water zetten van de veenweiden, of door agroforestry langs infrastructuurlijnen. Dus: óf Nederland wordt een bosland óf Nederland wordt een verdronken land.
Verdronken land
Studio MP (Tiffany Pergens en Rémon Mulder)
Een waarschuwing: we kunnen de strijd tegen het water niet blijven winnen – omdat het water, zo blijkt uit de geschiedenis, altijd terugkomt, zolang we de kracht van het water onderschatten en zolang we economische belangen voorop stellen. Alleen de dreiging van een ongekende catastrofe kan ons bewust maken van wat ons te wachten staat als we nu geen oplossing weten te vinden voor de consequenties van klimaatverandering. Denk terug aan de Sint Elisabethsvloed van 1421. Nederland stroomt vol als een badkuip, het dagelijks leven wordt verstoord, de bevolking moet huis en haard verlaten. Als de zeespiegel blijft stijgen, zal een groter deel van het land geclaimd worden door het water, en is de schade niet te overzien.
VAN DE NVTL EN DE BNSP
De NVTL en de BNSP verzorgen op 6 februari samen een inspiratiedag over De woonwijk als noviteit. Met onder meer lezingen van Emiel Reiding (directeur Nationale Omgevingsvisie), Co Verdaas (hoogleraar Gebiedsontwikkeling, TU Delft), Michelle Provoost (Crimson Architectural Historians) en Jacqueline Tellinga (bestuurslid BNSP). Moderator is Guido Wallagh, partner en adviseur bij Inbo.
Gratis voor leden van de NVTL en de BNSP
Donderdag 6 februari, 10.00–15.00
Pakhuis De Zwijger, Amsterdam
VAN DE BNSP
Op 31 januari organiseert de BNSP een excursie naar Leidsche Rijn. Willem Lucassen (Jo Coenen Architects & Urbanists, stedenbouwkundige en supervisor van Leidsche Rijn Centrum) geeft een inleidende presentatie gevolgd door een rondleiding door het plangebied.
Nog geen abonnee, maar wel benieuwd naar de volgende editie?
Kijk hier voor onze abonnementen en aanbiedingen.
Mocht u als Blauwe Kamerabonnee het e-zine niet in uw e-mail ontvangen
dan beschikken wij mogelijk niet over uw juiste e-mailadres.
U kunt uw e-mailadres hier
doorgeven.