Project
Ondertussen in ...
4 vragen over ...
Onderzoek
Tijdens het schrijven aan alweer de vijfde e-zine van 2018 deed het item over het Landschapspark Werchter – waar elk jaar het beroemde muziekfestival Rock Werchter plaatsvindt – mij verlangen naar Lowlands, het festival dat over minder dan twee weken losbarst in de Flevopolder bij Biddinghuizen. Net als vorig jaar en het jaar daarvoor wanen mijn vrienden en ik ons vier dagen lang bewoners van de ideale stad, waar – en ik besef dat mijn woorden theatraal kunnen overkomen – alles en iedereen met elkaar in harmonie leeft.
Achter deze droomwereld gaat evenwel een doodnormale logistieke en stedenbouwkundige operatie schuil. Drie weken voordat het Lowlandsdorp opengaat gaan planners en bouwers aan de slag om de lege graslanden naast pretpark Walibi om te toveren tot een tijdelijke stad voor 50.000 bezoekers. Zeven lege velden fungeren als woonbuurten. Daar worden voorzieningen getroffen – douchegebouwen, toiletten, winkeltjes, horeca – waaromheen de tijdelijke bewoners op een plek naar keuze hun tentwoning opzetten. Sommigen kiezen voor een luxewoning op het caravanveld, de meeste belanden in dicht op elkaar gebouwde woongroepen. Het centrum van de tijdelijke stad is het L-vormige festivalterrein waar monumentale tenten fungeren als stedelijke ontmoetingsplekken en muziektempels – bekijk de timelapse van de bouw van de indrukwekkende Alphatent. Daartussen alles wat je in een gewone stad ook vindt: winkels en musea, cafés en restaurants, terrassen en kleine parkjes.
Zoals een ideale stad betaamt is er aandacht voor het verduurzamen van het energie- en watergebruik. Omdat een elektriciteitsnet ontbreekt wordt stroom opgewekt met dieselgeneratoren. Achter de schermen wordt evenwel gewerkt aan de aanleg van permanent netwerk, zodat de Lowlandsstad binnekort kan overstappen op groene stroom. Voor de toiletten en douches wordt gebruikgemaakt van oppervlaktewater, afkomstig uit de tijdens het festival tot Lake Lowlands omgedoopte waterplas. De speciaal aangelegde afwatering bestaat uit gescheiden systemen: regenwater gaat naar de sloten en vijvers, water uit de toiletten en douches naar de waterzuivering.
Even iets anders. Ter ere van ons septembernummer, waarin we zoals elk jaar het beste afstudeerwerk in de stedenbouw en landschapsarchitectuur presenteren, organiseren we op 12 oktober een speciale bijeenkomst waarop afstudeerders met elkaar in debat gaan. Noteer dit in je agenda en meld je aan.
Mark Hendriks, hoofdredacteur
Het terrein waar ieder jaar het beroemde festival Rock Werchter plaatsvindt, is grondig vernieuwd. Het terrein is omgevormd tot een landschapspark, waar naast festivals voortaan ook andere recreatieve activiteiten plaatsvinden. Het Antwerpse bureau Cluster won de ontwerpprijsvraag. In hun plan worden de twee gezichten van het park – een rustig, recreatief landschapspark en een intensief gebruikte festivalweide – fraai gecombineerd.
Het door Cluster ontworpen raamwerk bestaat uit dreven (voor wandelen en fietsen), open weides en een boomgaard. De dreven zijn aangeplant met de populierensoort grauwe abeel, soms in drie, soms in vier rijen. Waar de dreven elkaar kruisen zijn parkentrees gesitueerd, zodat de dreven aansluiten op regionale fiets- en wandelnetwerken.
Als in het park een festival plaatsvindt worden onder de populierenrijen kraampjes en andere festivalvoorzieningen opgebouwd. De wandel- en fietspaden fungeren als dienstwegen voor vrachtwagens en ander logistiek verkeer. Zo ontstaat een heldere scheiding tussen het publieke festivalterrein – op de open weides tussen de dreven – en de dienstenzones.
Project ontwerp landschapspark
Locatie Werchter, België
Ontwerper Cluster landschap en stedenbouw
I.s.m. Architeam
Opdrachtgever Park Werchter BVBA
Uitvoering Michiels H. Aannemingsbedrijf
Ontwerp 2010 – 2016
Realisatie 2016 – 2018
VAN DE BNSP EN DE NVTL
BNSP en NVTL voeren in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken de ontwerpverkenning Regio van de toekomst uit. In vier regio’s doen acht ontwerpteams ontwerponderzoek naar de grote opgaven die in de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) aan bod komen. Op 4 juli kwamen de deelnemers voor het eerst bijeen – om onder meer kennis te maken met de opgave, met vertegenwoordigers van de regio’s, met NOVI-directeur Emiel Reiding en met de acht teamcaptains. Klik hier voor een terugblik. Op 13 september is de volgende bijeenkomst, de officiële start waarop de teams en regio’s hun aanpak presenteren. Blauwe Kamer volgt in een speciale blogserie het hele traject op de voet. Aflevering 1 staat nu online.
VAN DE NVTL
Op 14 september organiseert de NVTL een excursie naar Leeuwarden en omgeving. De tour gaat onder andere langs de Wadden Experience op de Afsluitdijk, het Natuur- en Cultuurpark Vijversburg en Landgoed Stania State.
In de Rotterdamse Maas wordt plastic verzameld en hergebruikt voor de aanleg van drijvende parken. Zo wordt voorkomen dat het afval naar de Noordzee verdwijnt. Onlangs opende het eerste recycled park zijn deuren.
De film laat zien hoe een drijvend park tot stand komt. Van het opvangen van het plastic door vrijwilligers, via het recyclen van het plastic tot drijvende bouwstenen tot het bouwen en beplanten van het dobberende park.
Project drijvend park van plastic
Locatie Rotterdam
Ontwerper WHIM architecture
Opdrachtgever Recycled Island Stichting
I.s.m. Gemeente Rotterdam; Rijkswaterstaat; HEBO maritiemservice
Ontwerp en realisatie 2017 – 2018
Project Regionale strategie voor koffieteeltgebied
Locatie regio Selva Central, Peru
Ontwerper Openfabric
I.s.m. MVO Nederland
Opdrachtgever RVO; Nederlandse ambassade
Ontwerp 2017
De Peruviaanse regio Selva Central, gelegen op de overgang van het Andesgebergte en het Amazonebassin, staat bekend om zijn koffieproductie. Deze motor van de lokale economie staat evenwel onder druk. Door stijgende temperaturen zien boeren zich genoodzaakt hun plantages te verplaatsen naar hoger gelegen delen. Dit heeft niet alleen grote gevolgen voor de omstandigheden waaronder de koffiebonen groeien, maar ook voor de aanvoer van grondstoffen, water en energie. En in de valleien blijven de voormalige plantages als braakland achter.
De ruimtelijke visie van het Rotterdamse bureau Openfabric probeert de monotonie van de kwetsbare koffiebonenteelt te doorbreken. Zo introduceren de ontwerpers andere vormen van landbouw die samengaan met de productie van koffie, bijvoorbeeld door de koffieplanten als onderbegroeiing te gebruiken voor andere gewassen. Ook pleiten zij voor het benutten van het toeristisch potentieel van de regio en het aanjagen van een circulaire economie – door het opwekken van energie uit afval en het vermarkten van bijproducten.
Minister Wiebes ontving in juli van voorzitter Ed Nijpels het zogenoemde 'klimaatakkoord op hoofdlijnen'.
Stedenbouwkundige Boris Hocks neemt deel aan het klimaatberaad, het overlegorgaan dat onder leiding van Ed Nijpels werkt aan een nationaal klimaatakkoord.
Wat is jouw taak?
‘Aan vijf sectorale tafels wordt onderhandeld over maatregelen die nodig zijn om de klimaatdoelstellingen te bereiken. Aan elke tafel zitten ook ruimtelijk ontwerpers. Het is mijn taak om verbanden te leggen tussen de aannames die deze tafels maken en deze in te brengen bij het overkoepelende klimaatberaad. Als bijvoorbeeld aan de tafel “mobiliteit” gesproken wordt over de omslag naar elektrisch rijden, dan betekent dit een enorme vraag naar oplaadpunten. Dat heeft gevolgen voor keuzes die aan de tafels “gebouwde omgeving” en “elektriciteit” worden gemaakt.’
Is jouw rol daarmee louter ondersteunend?
‘Inderdaad. Het klimaatakkoord is een onderhandeling tussen 300 partijen. Je moet je realiseren dat wij als ontwerpers geen onderhandelingspositie hebben, wij vertegenwoordigen geen belang. Ik zie ons als diplomaten van de ruimte die in opdracht van het rijk inzichtelijk maken wat de ruimtelijke consequenties zijn van wat aan de tafels besproken wordt. Als in de onderhandelingen hoog wordt ingezet op het gebruik van biomassa, dan is het aan ons om de onderhandelaars erop te wijzen dat de ruimteclaim van biomassa enorm is, om niet zeggen onrealistisch. Maar het is ook aan ons om te wijzen op kansen en mogelijkheden. Dirk Sijmons heeft aan de tafel “landbouw en landgebruik” gepoogd om in beeld te brengen hoe energietransitie en agrarische vernieuwing elkaar kunnen versterken.’
In hoeverre zal jullie werk het verschil maken? Ik bedoel: ruimte speelt in dit soort trajecten nauwelijks een rol van betekenis. De onderhandelaars lijken zich vooral druk te maken over financierbaarheid, terugverdienmodellen, werkgelegenheid.
‘Dat ontwerpers aan tafel zitten is een grote stap voorwaarts. In het vorige energieakkoord speelden ruimte en ruimtelijke ordening helemaal geen rol. Natuurlijk is het een reële angst dat ruimtelijke overwegingen uiteindelijk in de wind geslagen worden, omdat ruimte voor veel deelnemers weinig prioriteit heeft. Tegelijkertijd ontstaat het besef dat als we de ruimtelijke component blijven negeren, de energietransitie gedoemd is te mislukken. Het is aan ons om dit verhaal te blijven vertellen. Gelukkig hebben we met voorzitter Ed Nijpels een pleitbezorger: hij vindt dat ruimtelijke ordening een prominente rol moet spelen.’
Jullie werk tot nu toe is samengevat in het boek Ruimte in het klimaatakkoord. Daarin adviseren jullie onder meer om ruimtelijke kwaliteit vanaf het begin mee te nemen. Is dat geen open deur?
‘Die adviezen zijn oproepen die je niet vaak genoeg kan herhalen. Ze zijn niet alleen bedoeld voor de onderhandelende partijen, maar ook voor de vakwereld zelf. Want als straks provincies en regio’s ontwerpbureaus benaderen met de vraag om nieuwe energielandschappen te ontwerpen, dan moeten we als discipline tot de tanden toe bewapend zijn om dergelijke opgaven tot een goed einde te brengen. Ik zie dat we als vakwereld nog stappen moeten maken. Dat vergt investeringen van bureaus, het betekent nog meer aandacht voor het energievraagstuk op de opleidingen, zoals Sven Stremke in Wageningen doet. Het vraagt misschien zelfs om nascholingsprogramma’s. Daar kunnen de beroepsverenigingen een rol bij spelen.’
In het kader van Places of Hope – de manifestatie waarin tot en met november de toekomst van Noord-Nederland wordt onderzocht – deden de landschapsarchitecten Peter de Ruyter en Jandirk Hoekstra en bureau Sant en Co ontwerponderzoek naar de veenweiden van Friesland.
Het landschap van het Lage Midden – het veengebied in het hart van de provincie – moet worden vernat. Niet alleen om in droge perioden voldoende water op voorraad te hebben, maar ook om bodemdaling tegen te gaan. Daarnaast zorgt het verhogen van het waterpeil voor vermindering van de CO2-uitstoot van het veenpakket. De film toont het toekomstperspectief waarin de ontwerpers verkennen wat de vernatting betekent voor het watersysteem, de natuur en de agrarische sector. Hun conclusie: melkveebedrijven hebben toekomst, al zal dat door de verminderde draagkracht van de bodem met minder vee zijn. De ontwerpers berekenden dat de bedrijfsresultaten stabiel blijven, al zijn investeringen nodig om bedrijven klaar te stomen voor de toekomst. De ontwerpers suggereren daarvoor gebiedsgarantiefondsen in het leven te roepen. Natuur en landschap gaan er sowieso op vooruit, aldus het toekomstperspectief. Nat hooiland is ideaal voor weidevogels en Natura 2000-gebieden hebben niet langer te maken met verdroging.
Nog geen abonnee, maar wel benieuwd naar de volgende editie?
Kijk hier voor onze abonnementen en aanbiedingen.
Mocht u als Blauwe Kamerabonnee het e-zine niet in uw e-mail ontvangen
dan beschikken wij mogelijk niet over uw juiste e-mailadres.
U kunt uw e-mailadres hier
doorgeven.