In deze zomerse editie van het Blauwe Kamer e-zine aandacht voor het Eindhovense buurtje Waldschap, in het stadsdeel Meerhoven. De ontwerpers van Mix en Landlab hebben daar gepoogd om bebouwing en natuur te laten verstrengelen.
Ik noem dit landschappelijke woonproject om u te kunnen vertellen over het visioen van Sir Bertram Clough-Ellis met wie ik tijdens mijn vakantie in Wales kennismaakte. Deze architect begon zo’n honderd jaar geleden aan wat zijn levenswerk zou worden: het ontwerp van het ideale dorp, waar bebouwing en natuur op vanzelfsprekende wijze zouden samenvallen. De jonge Clough wist in 1925 een stuk land te bemachtigen in het estuarium van de rivier de Dwyryd. Daar bouwde hij tot aan zijn dood in 1978 aan een Italiaans ogend kustplaatsje dat hij de naam Portmeirion gaf.
De topografie van de rotsige kust bepaalde de stedenbouwkundige lay-out, met knusse pleintjes, portico’s, collonades en een groot piazza. De gebouwen die gedurende twee periodes in Portmeirion verrezen vormen een bonte verzameling, van Arts and Crafts-achtige vakwerkhuisjes tot classicistische en palladiaanse bouwwerken. Clough zag het stadje als een plek voor ‘gevallen gebouwen’. Bijzondere panden en objecten die elders op de nominatie stonden voor sloop, haalde hij naar het noordwesten van Wales waar ze in Portmeirion een tweede leven kregen.
De architectuurcriticus Lewis Mumford omschreef Portmeirion in 1963 als 'ontspannend en betoverend met speelse absurditeiten die delicaat en menselijk van aard zijn'. Hij bestempelde het geesteskind van Clough als een vrolijke en opzettelijk onverantwoorde reactie op de steriliteit van de moderne architectuur die op zoveel plekken de boventoon voerde.
Ik moet eerlijk zeggen: vandaag de dag is het vooral Portmeirion zelf dat steriel aandoet. Het is een exclusief toeristenresort, waar een kamer in een van de pittoreske huisjes al gauw 300 pond
kost. Bezoekers wanen zich in een rariteit, die weliswaar het bezichtigen waard is, maar waar het echte
leven systematisch is buitengehouden. Portmeirion is niets meer dan een decor, en het is geen toeval dat de plaats figureert in tal van tv-series.
De Town Hall is een 700 jaar oud landhuis uit de streek Flintshire dat Clough in de jaren 30 naar zijn dorp haalde. Wie er binnen gaat en naar originele ontwerptekeningen van poortgebouwen, sierlijke hekwerken en de sprookjesachtige Lady’s lodge kijkt, moet onherroepelijk denken aan het werk van Anton Pieck. Die wilde niets liever dan nostalgische en romantische werelden creëren. Met zijn lieflijke ontwerpen in Barokstijl, ver weg van alles aan een baai waar menig romanticus in zwijm valt, is Sir Bertram Clough-Ellis daar werkelijk in geslaagd.
Mark Hendriks, hoofdredacteur
In een van de buurtjes in de Eindhovense wijk Meerhoven zijn landschap en bebouwing nauw verweven. In het hart ligt een natte zone – onder meer bedoeld voor de opvang van overtollig regenwater. Rondom staan de woningen aan hoger gelegen heidetuinen. Dit soort overgangen tussen hoog en laag, en tussen nat en droog doet de soortenrijkdom goed.
Het stedenbouwkundig ontwerp werkt een aangenaam microklimaat in de hand. Doordat de woningen afwisselende geplaatst zijn, is voorkomen dat gesloten gevels veel warmte opnemen. Het gevarieerde daklandschap voorkomt hinder van wind, en het omliggende bos zorgt voor verkoeling. De woningen zijn grotendeels gebouwd met natuurlijke en circulaire materialen. Ze hebben een herkenbare architectuur, al is elk huis net even anders doordat op subtiele wijze gevarieerd is met hoogte, oriëntatie en vorm. Gevelbankjes, een natuurspeelplaats, een buurttafel bij de waterloop en openslaande deuren zorgen dat bewoners elkaar treffen, voor een praatje, een helpende hand of een buurtbarbecue.
Project buurtschap met 48 woningen
Locatie Eindhoven
Ontwerper Mix architectuur, Landlab, Merosch
I.s.m Van Aken (technische uitwerking), Kim Kogelman Ruimtelijk Advies en gemeente Eindhoven (landschappelijke uitwerking)
Opdrachtgevers LPM Development
Uitvoering Arcon i.c.m. BanBouw (woningen), Vebego Groen (openbare ruimte), Jonkers Hoveniers (daktuinen)
Periode van ontwerp 2018-2022
Realisatie 2022-2024
VAN DE NVTL
Op 2 oktober vindt in Dordrecht het Openbare Ruimte Congres van Stedelijk Interieur plaats. Het thema van de dag is: Klimaat als kans – Samen investeren in een gezonde, leefbare stad. Er is een plenair deel en verschillende workshops. De eerste 50 leden van de NVTL die zich aanmelden mogen gratis naar binnen. Klik hier voor meer informatie.
Hoe gaan we om met het verdwijnen of veranderen van landschap en biodiversiteit? De Academie voor Landschap (een samenwerking tussen VVM, Staatsbosbeheer en NVTL) organiseert de leerlijn Van ecologische rouw naar actieve hoop. Er zijn drie cursusdagen, in Bunnik en Lelystad.
Op 24 oktober wordt in Arnhem het boek Een vereniging van tuinkunstenaars gepresenteerd, over 100 jaar NVTL. In de nieuwe publicatie van Uitgeverij Blauwdruk wordt niet alleen teruggeblikt naar de oprichting van de BNT, maar wordt ook verbinding gelegd met de huidige stand van het vakgebied. Meer informatie over presentatie en programma op de website.
VAN DE BNSP
Op 3 juli was de Dag van de Ontwerpkracht. Kon je er niet bij zijn? Lees hier het verslag. Tijdens de dag zijn interviews afgenomen, zoals met BNSP-voorzitter Eric van der Kooij.
VAN BLAUWE KAMER
Voor in de agenda: in de middag van 6 november reiken we weer de KuiperCompagnons Graduation Awards uit voor de beste afstudeerprojecten in de stedenbouw en landschapsarchitectuur. Dit keer bij Wageningen University.
Reconnecting Cities, People and Nature
Geen klassiek leesboek, maar eerder een manifest. Aan de hand van een twintigtal oefeningen roepen Victor Munoz Sanz en Robbert Jan van der Veen op om steden te ontwerpen die sociaal en ecologisch inclusief zijn. Reconnecting Cities, People and Nature (Birkhäuser, € 38,00) daagt ontwerpers uit tot een vernieuwende kijk op actuele ontwerpopgaven. Korte, activerende teksten worden ondersteund door speelse handschetsen. De opzet maakt het voor ontwerpteams bruikbaar als workshopmateriaal. Ze worden uitgedaagd mens- en natuurinclusiever te ontwerpen. Maar let op; gebruik dit boekje alleen als je bereid bent om de complexiteit aan te gaan van de stad als levend ecosysteem!
Steden op slik
Han Meyer is bekend van het project Tweestromenland - zelfrijzende deltastad. In Steden op Slik (Uitgeverij Blauwdruk, € 32,50) beschrijft hij de levensloop van de havensteden Venetië, Rotterdam en New Orleans en hun omgang met het veranderlijke karakter van delta en lagune. Het boek gaat uit van een drastische verandering in onze manier van denken. We moeten de natuur niet tegenwerken en onder controle houden met technische ingrepen, maar juist meedeinen op haar natuurlijke processen en voortbouwen op haar zelfbouwend vermogen. Zo wordt wilde natuur een verrijking voor het stadsleven, in plaats van een bedreiging. Zowel overtuigend als aantrekkelijk zijn de vele kaarten, grafieken, foto’s, schilderijen en schetsen die Meyer gebruikt voor dit pleidooi.
Landschap in de maak
‘God schiep de aarde, maar de Nederlanders schiepen Nederland’. Landschap
in de maak (Landwerk, € 69,00) brengt dit treffend in beeld. In dit rijk geïllustreerde overzichtswerk (ruim 800 pagina’s) vertellen Mieke van Dijk en Mirjam van de Velde in twee
delen de ontstaansgeschiedenis van het Nederlandse landschap. Deel 1 voert de lezer mee tot circa 1850, toen water, wind, ijs en plantengroei het fundament legden voor een moerassig gebied dat
mensen ontwaterden en bedijkten. Deel 2 toont hoe sinds 1850 techniek, industrie en bevolkingsgroei het landschap verder transformeerden.
Een must-have voor vakmensen en boeiend voor liefhebbers. Dankzij de verhalende stijl en rijke beeldtaal – met kaarten, luchtfoto’s oude schilderijen en schetsen – ook gewoon heel mooi om in de
kast te hebben staan.
Architectuur in Nederland 2024 / 2025
Al bijna 40 jaar biedt Architectuur in Nederland (nai010, € 44,95) een overzichtswerk van projecten en ontwikkelingen in de Nederlandse architectuur. De redactie ziet hoe duurzaamheid, hergebruik en bestaande bouw steeds bepalender worden. Om dit te illustreren, zijn de 26 projecten en negen folly’s ingedeeld naar hun historische context. Van de oude stad tot de wederopbouwperiode en van afgeschreven architectuur (met een hoog ‘wat moet je ermee gehalte’), tot Nieuw Nederland. Met een rubriek als ‘architectuur als verrassend ongevraagd advies’ klinkt de oproep van de redactie: maak stevige(re) gebaren. Niks-mis-mee-architectuur, keurig binnen de randvoorwaarden, is al genoeg te vinden in Nederland. Wordt de toekomst meer eenheidsworst of durven ontwerpers toch te verrassen en het echt anders te doen?
Project rivierherstel en stedelijke herontwikkeling
Locatie Saint-Étienne, Frankrijk
Ontwerper New Environments, LLA, Léa Soret
Opdrachtgever Frans ministerie van Ecologische transitie (prijsvraag), Saint-Étienne metropole
Realisatie vanaf
2021
In 2021 wonnen jonge ontwerpers met hun thuisbasis in Nederland een internationale ontwerpcompetitie in de Franse stad Saint-Étienne. Met een gedurfd visioen wisten ze de vraag – maak de stad klimaatadaptief en voorkom overstromingen – op te rekken en verbanden te leggen met andere ambities. Zoals de aanpak van sociale vraagstukken, het terugdringen van autogebruik, de hervorming van de stedelijke economie en het opknappen en vergroenen van de publieke ruimte.
In hun voorstel dichtten stedenbouwkundigen Léa Soret, Robert Younger en landschapsarchitect Philippe Allignet de rivier de Furan een sleutelrol toe. Door de natuurlijke loop te herstellen en het stroomgebied weer in te richten als een groene vallei, worden overstromingen voorkomen en ontstaat een aantrekkelijk uitloopgebied voor omliggende buurten. Het stedelijk gebied rondom – met lege bedrijfshallen en een cité du circulaire (waar onderzoek wordt gedaan naar het recyclen) wordt geherdefinieerd tot een sportgebied en kleinschalige buurten met terrassen en culturele evenementen. Nu, drie jaar later, zijn de bedenkers gevraagd om hun visie tot leven te wekken. Inmiddels is gestart met de vervaardiging van een raamwerkplan inclusief toolkit voor de buurten Valbenoite en La Rivière.
Sinds zomer 2018 is bureau Ziegler Branderhorst gevestigd aan de Coolhaven in Rotterdam. Het hoge en diepe bedrijfspand ligt op de begane grond van de wederopbouw bebouwing. Voorheen
was er ook het hip-hop-huis, het theater van dansgezelschap de Meekers en het Onafhankelijk Toneel gevestigd. Aanvankelijk deelde het ontwerpbureau de ruimte met theatermakers. Al
snel werd medegebruik van de aanwezige theaterruimte (met 40 stoelen) verkend. Zoals ‘in-house’ films kijken, projectpresentaties, lezingen en lesgeven. Het heeft de werkwijze van het
bureau verrijkt. Daarbij is de Coolhaven als dynamische plek in de stad zeer inspirerend. Het zorgt ervoor dat de ontwerpers onderdeel zijn van een stadsbuurt die zich zeer positief
ontwikkelt.
Nog geen abonnee, maar wel benieuwd naar de volgende editie?
Kijk hier voor onze abonnementen en aanbiedingen.
Mocht u als Blauwe Kamerabonnee het e-zine niet in uw e-mail ontvangen
dan beschikken wij mogelijk niet over uw juiste e-mailadres.
U kunt uw e-mailadres hier
doorgeven.